Kamer steunt missie Libië zonder enthousiasme
De Tweede Kamer steunt het plan van het kabinet om een marineschip naar de kust van Libië te sturen zodat daarop leden van de Libische kustwacht kunnen worden getraind. Maar heel warm worden de Kamerleden niet van de EU-missie Sophia.
Op Zr. Ms. Rotterdam worden acht weken lang 85 Libiërs door militairen uit drie andere EU-landen getraind zodat zij hierna effectiever tegen mensen- en wapensmokkel uit hun land kunnen optreden. Dit jaar zijn al vele tienduizenden migranten met hulp van smokkelaars uit Libië richting Europa vertrokken.
De Kamerleden maken zich zorgen dat het marineschip een aanzuigende werking op migranten kan hebben. Volgens minister Jeanine Hennis (Defensie) wordt dat onder meer voorkomen door het schip buiten de smokkelroutes te positioneren op zo’n 150 kilometer uit de kust.
„Kan Sophia wel voldoen aan haar mandaat”, vroeg Sjoerd Sjoerdsma van D66 zich verder af. Rick Grashoff (GroenLinks) heeft grote twijfels over de effectiviteit van de missie. En CDA’er Hanke Bruins-Slot wilde weten of de Libiërs zich wel aan de afspraken gaan houden en ook echt de mensensmokkel gaan aanpakken.
Het kabinet spreekt van een „bescheiden bijdrage”. De missie lost de complexe problemen in het land niet direct op, erkende minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken). Hij hoopt dat de EU snel toestemming krijgt van de Libische eenheidsregering om in de territoriale wateren op te kunnen treden tegen smokkelaars.
Uiteindelijk kreeg het kabinet steun van alle partijen voor de missie, behalve van de PVV en GroenLinks. PVV’er Raymond de Roon denkt dat het marineschip een magneet voor vluchtelingen wordt. Ook vindt hij de missie te duur. De inzet kost 6 miljoen euro.