Ondanks fel verzet van de Rooms-Katholieke Kerk keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers het voorstel eind 2002 goed. President Batlle Ibanez dreigt met een veto als de Senaat er begin mei mee instemt.

In Uruguay, dat over een relatief goede gezondheidszorg beschikt, wordt 80 procent van de sterfte onder zwangere vrouwen toegeschreven aan de gevolgen van een slecht uitgevoerde abortus. Legalisering zal het leven van veel, vooral arme en jonge, vrouwen redden, aldus de indieners van het voorstel.

De behoudende aartsbisschop van de hoofdstad Montevideo, Nicolas Cotugno Fanizzi, heeft het wetsontwerp met genocide vergeleken. Geen rooms-katholiek politicus mag volgens hem voor deze wet stemmen.

Cotugno dreigt de rooms-katholieken op te roepen hun stem niet te geven aan politici die voor de wet hebben gestemd. Dat dreigement krijgt in dit verkiezingsjaar extra reliëf, hoewel de meerderheid van de bevolking niet-katholiek is.

Volgens schattingen worden er in Uruguay jaarlijks tussen de 33.000 en ruim 100.000 abortussen gepleegd. In goed uitgeruste klinieken kost een abortus 500 à 800 dollar (420 tot 660 euro), maar dat bedrag is voor veel vrouwen niet op te brengen.

Het wetsvoorstel wil abortus tot twaalf weken op sociale indicatie legaliseren. Voor een medisch-sociale indicatie ligt de grens op twintig weken en bij gevaar voor de gezondheid van de vrouw op 24 weken.