Promovendus ds. Boonstra: Predikant doet in preek meer dan uitleggen en toepassen
Het lijkt zo eenvoudig: de predikant legt de Bijbeltekst uit en verkondigt de waarheid ervan met gezag. Maar wat gebeurt er in werkelijkheid precies?
Drs. Pieter Boonstra (47) promoveert donderdag aan de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen op het proefschrift ”Omgang met de Bijbeltekst in de preek. Een empirisch homiletisch onderzoek” (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer). Ds. Boonstra is vrijgemaakt gereformeerd predikant in Bussum-Huizen en parttime verbonden aan de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Leusden en de christelijke gereformeerde kerk te Huizen. Zijn studie is gebaseerd op een empirisch onderzoek van achttien preken uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.
Wat hebt u vooral ontdekt?
„Dat het antwoord op de vraag wat een predikant in de preek met de Bijbeltekst doet ingewikkelder is dan met het bekende begrippenpaar ”uitleggen en toepassen” kan worden weergegeven. Elke predikant gebruikt een bepaald gelovig perspectief om de tekst in het brede verband van heel de Schrift te plaatsen. Er zijn meerdere perspectieven mogelijk die de predikant kan kiezen. Dit verklaart dan ook waarom preken over dezelfde Bijbeltekst zo van elkaar kunnen verschillen.”
Uit concrete preken blijkt dat het perspectief dat gebruikt wordt te maken heeft met de situatie van de hoorders en hoe de predikant die situatie duidt, aldus ds. Boonstra. „Exegese blijkt dan belangrijk te zijn voor de vraag of het desbetreffende perspectief wel met de tekst verbonden kan worden. Daarbij spelen de belijdenisgeschriften, waarin onze voorvaderen uiteen hebben gezet hoe wij de Bijbel lezen, een rol om te zien of het perspectief wel juist is. Ten slotte gaat het om de vraag of dat wat in de tekst staat wel een-op-een verbonden kan worden met vandaag, zodat er een gezaghebbende aanspraak richting de hoorders kan klinken.”
Als u zegt: Iedereen heeft een perspectief, heeft dat dan niet het gevaar van subjectivisme in zich, waarmee de objectieve waarheid van de Bijbel wordt ondergraven?
„Juist niet. Nu uit concrete preken blijkt dat predikanten de tekst bekijken met behulp van een bepaald perspectief kan er een mogelijk subjectivisme aangewezen worden. De Bijbel is Gods Woord, en daar willen we voor buigen. Maar het perspectief dat we gebruiken is na te rekenen. Predikanten moeten zich er daarom bewust van worden welk perspectief ze gebruiken en of dat theologisch verantwoord is.”
U schrijft dat de predikant de tekst geen geweld mag aandoen en niet uit de tekst mag halen wat er niet in zit. Komt het voor dat predikanten de Bijbel laten buikspreken?
„Ik beweer in mijn boek dat nauwkeurige exegese van belang is om het gelovige perspectief te verantwoorden. Datzelfde geldt voor de verbinding die vanuit de tekst wordt gelegd met de tijd van nu. Hier ligt ook de taak van de hoorder. Natuurlijk, de predikant is geroepen om vanuit de Bijbel Gods Woord te verkondigen, maar Calvijn wees al op de verantwoordelijkheid van de hoorders om te beoordelen of de preek wel overeenkomstig Gods Woord is. In die zin is de mondigheid van de hoorders niet verkeerd. Wel als die mondigheid betekent dat je wegen zoekt om Gods Woord en het appel dat daaruit door de predikant naar voren wordt gehaald, naast je neer wilt leggen.”
U snijdt ook het aspect relevantie aan. In hoeverre moet de predikant zijn boodschap afstemmen op de hoorder, zodat zij ook landt en voor hem relevant is?
„Het is van belang dat de hoorder zich realiseert dat wat gezegd wordt belangrijk is en dat het over hem gaat. Gods Woord zweeft niet boven de werkelijkheid, maar gaat altijd de geschiedenis en de tijd in. De predikant heeft dus altijd te maken met een dialogische situatie. Maar dan dreigt direct het gevaar dat de hoorders en de tijd van vandaag een filter worden dat bepaalt wat belangrijk is. De hoorders moeten ook geconfronteerd worden met iets uit de Bijbel wat ze niet willen horen of waar ze helemaal niet mee bezig zijn. Dat kan soms heel relevant zijn, ook al voel je dat niet zo.”
Uw boek eindigt met de opmerking dat preken een spannende bezigheid is: de hoorder wordt geplaatst in het grote geheel van God en Zijn handelen in de wereld. Is preken moeilijker dan in het verleden?
„Ik weet niet of preken nu moeilijker is dan vroeger. Wat ik wel weet is dat het een enorme klus is. Je moet verantwoording afleggen richting je Zender én richting de hoorders. Je wilt relevant zijn voor deze tijd, maar tegelijk niet zo preken dat je de Bijbel alleen gebruikt om te zeggen wat nú relevant is. Dan laat je de Bijbel weer ondersneeuwen.
Vanwege het feit dat hoorders vandaag de dag meer moeite hebben zich te concentreren is het misschien wel zo dat predikanten, nog meer dan vroeger, moeite moeten doen om hun preek een logische opbouw te geven en een zekere spanning.”
U roept in uw inleiding de vraag op: Waarom gaat de ene preek over de hoofden van de hoorders heen, terwijl de andere preek ‘landt’ en sterk aanspreekt? Hebt u daar een antwoord op?
„Ik heb alleen de menselijke kant van de preken onderzocht. Maar we geloven uiteindelijk in de Geest Die de preek gebruikt. Dat neemt niet weg dat de predikant er alles aan moet doen om in de preek zorgvuldig om te gaan met de Bijbeltekst.”