Bidden voordat je kunt praten
„Breng kinderen eenvoudigweg tot Jezus. Dan hoeft u vandaag niet allerlei workshops te volgen of lezingen aan te horen, maar als u dat doet kunt u aan het begin van dit symposium al naar huis.”
Dat advies gaf de christelijke gereformeerde dr. M. J. Kater aan het begin van het symposium ”Kind en geloof” dat vrijdag in Gouda plaatsvond.
Toch wil Dieneke Blok-Kalisvaart –projectleider van Evangeliestek, de organisator van het symposium– aan het begin van het symposium graag de aandacht vestigen op alle middelen die er zijn om kinderen met de Bijbel op te voeden. De website abcvoorkinderen.nl wordt gepresenteerd, waar ook kinderboekenschrijfster Marianne Witvliet aan heeft meegewerkt.
Bril
Daarnaast wijst Blok de driehonderd aanwezigen op de gekleurde bril die zij bij aankomst op hun zitplaats hebben gevonden. De brillen, die even geprobeerd mogen worden, moeten de aanwezigen bewust maken van Gods blik op kinderen. En ze laten zien dat kinderen heel anders naar de werkelijkheid kijken dan volwassenen.
Dr. M. J. Kater, universitair hoofddocent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), benadrukt dat het woordje laat in de Bijbeltekst ”Laat de kinderen tot mij komen” iets passiefs in zich heeft. „Misschien bent u hier met een heel actieve houding aanwezig. U wilt horen wat u kunt gaan doen met uw kinderen of met de kinderen van de club. Maar als we iets moeten laten, betekent het dat wij iets moeten laten gebeuren. Ga daar maar bij leven”, zo raadt dr. Kater vaders, moeders, clubleiders en zondagsschoolleiding aan.
Tegelijk is de houding en het voorbeeld van ouders niet onbelangrijk, stelt hij. Zij vormen mede door hun voorbeeld het Godsbeeld dat kinderen hebben. „Er is geen vader die aan zijn kinderen vertelt dat God altijd druk is en nooit tijd voor hen heeft. Toch zijn er kinderen die dit beeld van God krijgen door hun vaak afwezige vader. Welk beeld laten wij na? Horen onze kinderen aan hoe wij over God vertellen wat wij daadwerkelijk van Hem denken? Klinkt er verlangen in onze stem wanneer wij zeggen: God, onze Vader?”
Eerst lezen, dan bidden
In de tweede lezing reikte ds. K. J. Kaptein, predikant van de hersteld hervormde gemeente Middelharnis-Sommelsdijk, handvatten aan voor het bidden en Bijbellezen met kinderen. Bewust begint de predikant zijn lezing eerst met Bijbellezen. Daarna bidt hij. „Ons bidden dient gevoed te worden door het Woord. Na het Bijbelverhaal in de klas is het vaak eerst even stil. Waarom zouden we die stilte niet gebruiken om in te keren tot God, in plaats van dat we vasthouden aan de standaardvolgorde van eerst bidden, dan Bijbelverhaal en nu gaan we rekenen? En ook thuis kunnen we voor deze volgorde kiezen, zodat ons gebed een uitademen is van wat we net uit de Schrift hebben ingeademd.”
Ds. Kaptein raadt ouders aan om al vroeg te beginnen met het bidden voor en met hun kinderen. Zo wist David dat zijn moeder hem al op God wierp voor hij was geboren en dat Hij wedergeboren was toen hij nog bij zijn moeder dronk. „Kinderen kunnen al bidden voor ze kunnen praten. Bidden is geen verbale activiteit, het produceren van mooie zinnen. Bidden is tot God gaan, voor Zijn aangezicht verkeren. Daarnaast is het belangrijk om al jong te beginnen met bidden, omdat een kind dan al het ritueel van bidden leert. Mijn kleinzoon van bijna 1 jaar doet nu al zijn handjes voor zijn ogen als we bidden.”
Zak vol beloften
De predikant laat zien dat kindergebeden een leven lang met mensen meegaan. „Het grote voorbeeld daarvan is dat de Heere Jezus aan het kruis uitriep: In Uw handen beveel ik mijn geest. Dat kindergebed hadden Maria en Jozef Hem al jong geleerd. En ook Stefanus bad het toen hij stierf.”
Bidden is spreken met God en daar hoort een eerbiedige houding bij, benadrukt ds. Kaptein. „Abraham zegt: Ik heb mij onderwonden om met God te spreken, hoewel ik stof en as ben. In de woorden van de Herziene Statenvertaling: Ik heb het aangedurfd.
Kniel met je kind, wees net zo klein als zij. En laat kinderen al jong zelf bidden. Laat een peuter maar meebrabbelen en oudere kinderen in hun eigen woorden hun gebedje doen. En leer ze pleiten op Gods eigen woord. Zoals Maarten Luther over zijn bidden zei: Ik heb een zak vol beloften voor God leeggegooid.”