Roken veroorzaakt schade in heel het lichaam
Dat tabaksgebruik het risico op longkanker verhoogt, is bij de meeste mensen bekend. Dit gevolg is slechts het topje van de ijsberg. Roken richt overal in het lichaam schade aan.
Op korte termijn merken mensen weinig van roken. Hooguit dat hun conditie achteruitgaat. En misschien dat ze ’s ochtends meer lopen te kuchen.
De serieuze gevolgen openbaren zich echter pas na langere tijd – vaak tientallen jaren later. Daarbij geldt over het algemeen: hoe meer en hoe langer iemand heeft gerookt, hoe groter de kans op gezondheidsproblemen. Het Trimbos-instituut –dat kennis deelt over onder andere het gebruik van tabak, alcohol en drugs– zette de belangrijkste ziekten op een rij.
Kanker
Roken vergroot overduidelijk de kans op kanker in weefsels die direct blootstaan aan de ingeademde stoffen: longen, mondholte, strottenhoofd en slokdarm. Longkanker is in 86 procent van de gevallen het gevolg van tabaksgebruik; regelmatig meeroken verhoogt het risico op longkanker met 20 tot 30 procent.
Doordat de kankerverwekkende stoffen uit rook in het hele lichaam terechtkomen, hebben rokers ook een verhoogde kans op leukemie en kanker in de maag, blaas, nieren, lever, baarmoederhals, alvleesklier en darmen.
Jaarlijks krijgen 19.000 Nederlanders kanker als gevolg van roken; dat is bijna één op de vijf patiënten. Slechte voeding kan ook kanker veroorzaken (9500 patiënten), evenals alcohol (2900 patiënten).
Hart- en vaatziekten
Rokers krijgen vaker een verhoogde bloeddruk, een beroerte, een hartaanval of hartfalen.
Nicotine vernauwt de bloedvaten. Niet alleen verhoogt dat de bloeddruk, het zorgt er ook voor dat bloeddrukverlagende medicijnen minder goed werken. Verder verdubbelt roken de kans op een hartaanval doordat de bloedvaten die zuurstof naar het hart transporteren, verstopt raken. Een hogere bloeddruk en veranderingen in de bloedvaten in de hersenen zorgen er bovendien voor dat rokers vaker een beroerte krijgen dan mensen die niet roken.
Longziekten
Zowel roken als meeroken kan ademhalingsproblemen geven, zoals benauwdheid, piepend ademhalen en hoesten. Bij mensen met astma verergert tabaksrook de klachten.
Normaal gesproken houden trilhaartjes de longen schoon. In sigaretten zitten echter stoffen die de trilhaartjes lamleggen. Ondertussen vervuilt tabaksrook de longen extra en irriteert hij de slijmvliezen. Als de trilhaartjes geen slijm niet meer afvoeren, kan dat alleen nog door hoesten: de bekende rokershoest.
Jaarlijks overlijden er ruim 6000 rokers aan COPD, een verzamelnaam voor chronische bronchitis en emfyseem. Bij chronische bronchitis vernauwt een ontsteking de luchtwegen, bij emfyseem is het longweefsel beschadigd. Van alle sterfgevallen aan COPD wordt 80 procent door roken veroorzaakt.
Aandoeningen in de mond
Roken kan tandvleesontstekingen veroorzaken of verergeren. Doordat nicotine de bloedvaten vernauwt, bloedt het tandvlees minder snel en wordt een ontsteking gemakkelijk over het hoofd gezien. Stoppen met roken kan daarom in eerste instantie bloedend tandvlees geven, doordat de doorbloeding in het lichaam –en dus ook in de mond– verbetert. Een bacteriële ontsteking is na stoppen beter te behandelen.
Oogproblemen
Een aantal oogaandoeningen komt vaker voor bij rokers dan bij niet-rokers, zoals maculadegeneratie, glaucoom en grijze staar.
Roken geeft een drie keer hoger risico op maculadegeneratie, het verlies van scherp zicht in het midden van het blikveld. Ook na stoppen blijft deze kans nog zeker vijftien jaar verhoogd. Glaucoom of groene staar is een aandoening van de oogzenuw. Zonder behandeling kan glaucoom tot blindheid leiden. Bij grijze staar vertroebelt de lens en kan het gezichtsvermogen uiteindelijk verdwijnen. Ook grijze staar komt vaker voor bij rokers dan bij niet-rokers.
Overige gevolgen
Sinds enige tijd is duidelijk dat roken de kans verhoogt op diabetes (suikerziekte). Ook dementie komt vaker voor onder mensen die roken of hebben gerookt. Dit heeft te maken met de effecten van tabak op de bloedvaten.
Verder blijkt roken het risico op reumatoïde artritis te verhogen, een pijnlijke ontsteking in de gewrichten. Ook na stoppen blijft deze kans nog zeker tien tot twintig jaar verhoogd.
Zowel bij mannen als vrouwen tast roken de vruchtbaarheid aan. Stopt een vrouw hier niet mee tijdens de zwangerschap, dan brengt dat grote risico’s met zich mee, zowel voor haar als het ongeboren kind. Zo is er een verhoogde kans op een miskraam.
Bij een operatie verhoogt tabaksgebruik het risico op complicaties, onder meer doordat een wond minder snel geneest. Daarom wordt patiënten vaak aangeraden om enkele weken voor en na een operatieve ingreep niet te roken.
Hulp vergroot kans van slagen
Iedereen weet dat stoppen met roken gemakkelijker is gezegd dan gedaan. Dat blijkt ook uit de cijfers; ongeveer 90 procent is een jaar na een stoppoging opnieuw begonnen. De meeste rokers lukt het pas na meerdere pogingen om definitief van hun verslaving af te komen. Hulpmiddelen, zoals begeleiding of medicatie, vergroten wel de kans van slagen. Toch stopt het merendeel van de Nederlanders op eigen kracht, al dan niet met behulp van tips, boeken, folders of apps.
Persoonlijke begeleiding: Bij persoonlijke of individuele begeleiding heb je een aantal ontmoetingen met een hulpverlener. Dat kan een praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk zijn, een (long)verpleegkundige, een psycholoog of een gespecialiseerde coach. De begeleiding kan deels telefonisch of via internet verlopen. Als je tien sigaretten per dag of meer rookt, wordt aangeraden om naast begeleiding ook middelen te gebruiken die de ontwenningsverschijnselen verminderen, zoals nicotinevervangers of medicijnen op recept.
Groepstraining: Stoppen is makkelijker als je het niet alleen doet. Het kan de moeite waard zijn om samen met een partner of vriend(in) af te spreken om te stoppen. Je kunt elkaar dan steunen op moeilijke momenten en wordt niet steeds in de verleiding gebracht als je de ander ziet roken. Begeleiding in een groep is ook mogelijk. De trainingen bestaan meestal uit zeven of negen bijeenkomsten, één per week. Alle deelnemers stoppen in die periode met roken. Je kunt leren van de trainer en van elkaar.
Telefonische coaching: Wie kiest voor begeleiding of coaching via de telefoon, heeft meestal zeven telefoongesprekken met een coach over een periode van drie maanden. Er is een vast stappenplan. De coach kan advies geven hoe je moeilijke momenten goed kunt doorstaan. De gesprekken vinden plaats op een moment dat jou goed uitkomt.
Nicotinevervangers: Nicotinepleisters, -kauwgom of -tabletten helpen om een rookverslaving geleidelijk af te bouwen. Deze aanpak is succesvol, zo blijkt uit onderzoek. Het idee is dat je eerst de gewoonte om een sigaar of sigaret op te steken afleert, daarna de afhankelijkheid van nicotine. Dit brengt bovendien minder ontwenningsverschijnselen met zich mee.
Een combinatie van verschillende nicotinevervangers blijkt beter te werken dan één enkel type. Pleisters geven langzaam nicotine af, terwijl kauwgom, een spray of tabletjes snel werken. Een huisarts of begeleider kan adviseren welk middel je het beste kunt gebruiken en in welke dosering. Bij zwangerschap is begeleiding door een arts of verloskundige noodzakelijk.
Medicijnen op recept: Medicijnen kunnen de ontwenningsverschijnselen door stoppen met roken verzachten. Ze werken het beste in combinatie met persoonlijke begeleiding. De huisarts kan deze middelen voorschrijven:
Champix (stofnaam varenicline) imiteert de effecten van nicotine in het lichaam en vermindert daardoor de behoefte aan roken. Zyban (stofnaam bupropion) en Nortrilen (stofnaam nortriptyline) behoren tot de antidepressiva en verminderen zowel de behoefte aan roken als de ontwenningsverschijnselen. Champix en Zyban mogen niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap en borstvoeding. Nortrilen alleen op strikte indicatie van de behandelend arts, want het geeft relatief veel bijwerkingen.
E-sigaret: Er is veel discussie over de vraag of elektronische sigaretten een goed hulpmiddel zijn bij stoppen. Dat je de hoeveelheid nicotine hiermee kunt afbouwen, is een voordeel. Een nadeel is dat je de gewoonte van het roken hiermee grotendeels in stand houdt. Zo blijft de verleiding om tabak te gebruiken bestaan.
Andere methoden: Naast de genoemde methoden worden ook wel acupunctuur, lasertherapie en hypnotherapie ingezet bij stoppen met roken. Sommige zorgverzekeraars vergoeden dit soort behandelingen in een aanvullend pakket. Bewijs dat deze effectief zijn, ontbreekt echter.
ikstopnu.nl beschrijft de voor- en nadelen van de verschillende stopmethoden en verwijst naar zorgverleners in de buurt.
Tips om te stoppen
Stichting De Hoop heeft een aantal praktische tips op een rij gezet die kunnen helpen om het roken definitief vaarwel te zeggen.
Zet de redenen waarom je wilt stoppen op een rij. Hang dit lijstje op een plaats waar je het regelmatig ziet.
Bepaal de dag waarop je wilt stoppen: vandaag, morgen of volgende week. Stel de dag die je hebt vastgesteld niet uit.
Vertel je omgeving dat je niet meer wilt roken. Misschien kun je samen met iemand anders stoppen, dan kun je elkaar motiveren.
Ruim alles op wat je aan roken herinnert. Zorg dat je niet één sigaret meer in huis hebt.
Stop radicaal, dus niet minderen. Dat geeft de meeste kans op succes.
Bedenk wanneer je het liefst rookt en bedenk een oplossing hoe je met deze situatie wilt omgaan. Zoek bijvoorbeeld afleiding: bel iemand of doe iets actiefs.
Beloon jezelf met het geld dat je uitspaart door niet te roken. Houd dit geld apart en koop er iets leuks van.
Wat als ik trek krijg?
Probeer hier niet aan toe te geven. Wees sterk en bedenk dat de trek na een paar minuten vanzelf wegebt. Pak op zo’n moment het lijstje met redenen waarom je wilde stoppen er nog eens bij.
- Wat als het toch mis gaat?
Geef de moed niet op, want je bent nog steeds goed op weg! Evalueer de situatie en bedenk waardoor het mis ging. Stel voor jezelf een plan op wat je de volgende keer anders zou kunnen doen en ga weer positief verder met niet roken.