Column: leegstand winkels niet enkel negatief
Met het woord ”funshoppen” had ik toch al niet veel affiniteit, maar de laatste tijd zie ik in het centrum van mijn woonplaats zo veel lege etalages dat zelfs de meest fervente koopverslaafde er een tikje moedeloos van zou worden.
Onwillekeurig vraag je je af waar het kantelpunt zich bevindt waarop leegstand verandert in leegloop. Natuurlijk kun je als gemeente proberen het tij te keren met zaken als gratis parkeren, net zoals de ECB probeert om de inflatie aan te jagen door de rente op een kunstmatig laag niveau te houden. Vraag is echter of dat zoden aan de dijk zet nu zo veel mensen steeds minder te besteden hebben en de vergrijzing haar tol begint te eisen. Niet alleen verandert het consumptiepatroon naarmate men ouder wordt, ook de pensioenkortingen en belastingmaatregelen van de afgelopen jaren zijn van invloed op de koopkracht en het koopgedrag.
De leegstand –die in mijn woonplaats met 9,9 procent net iets onder het regionale gemiddelde zit– is geen tijdelijk probleem, maar een rechtstreeks gevolg van de transformatie naar een digitale diensteneconomie waarin steeds minder fysieke winkels nodig zijn. Ook het thuis laten bezorgen van boodschappen zal een steeds prominentere plaats innemen en steeds minder worden beschouwd als iets wat alleen verwende yuppen doen die beschikken over te veel geld en te weinig vrije tijd.
Winkelen als vrijetijdsbesteding wordt zo vanzelf iets waarvan in de toekomst alleen nog voordelige outlets profiteren en binnensteden die zelfs zonder winkels aantrekkelijk zijn voor dagjesmensen. Zo is het stadshart van Dordrecht of Amersfoort vitaler en levensvatbaarder dan een anoniem winkelcentrum in zomaar een buitenwijk van zomaar een provincieplaats. Dat proces wordt nog eens versterkt wanneer winkels die een aanzuigende werking hebben definitief hun deuren sluiten. Zo zou ik in het plaatselijke winkelcentrum niet veel meer te zoeken hebben als de laatste boekhandel het loodje legt of van eigenaar verandert en transformeert in een cadeauwinkel met nog slechts een paar planken met bestsellers. Nu koop ik mijn boeken nog bewust daar in plaats van ze online te bestellen, maar die loyaliteit reikt niet verder dan de huidige eigenaar en het bestaande aanbod.
Dat meer partijen geen brood meer lijken te zien in detailhandel kun je afleiden uit het feit dat Delta Lloyd Vastgoed het overdekte winkelcentrum in mijn woonplaats in zijn geheel van de hand heeft gedaan. De nieuwe eigenaar is optimistisch en wijst er in het laatste jaarverslag op dat de leegstand landelijk niet verder toeneemt. Toch schoot het woord ”Pompeï” door mijn hoofd, toen ik door het centrum slenterde en al die lege etalages ineens symbolisch leken voor het einde van een tijdperk.
Op termijn verwacht ik dat er geen ontkomen is aan een herstructurering en een herbestemming van bestaande winkelgebieden. Toch is er genoeg reden voor optimisme. Met de blik van een planoloog verandert een overkapt winkelgebied moeiteloos in een multifunctioneel woon-zorgcentrum voor senioren waarbij bestaande zaken als kapsalons en bakkers niet alleen de bewoners bedienen, maar ook hun buurtfunctie kunnen behouden. Zo betekent vergrijzing niet de doodsteek voor winkelcentra, maar biedt ze juist nieuwe kansen voor afzetkanalen die anders een onzekere toekomst tegemoet gaan.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl