„Veel foute diagnoses autisme”
Psychiaters krijgen vaak te maken met verkeerde verwijzingen van therapeuten. Die denken dat kinderen autistisch zijn, terwijl dat niet zo is.
Dat zei wetenschappelijk medewerker drs. S. M. Begeer van de Vrije Universiteit donderdag tijdens een congres over de rol van emoties bij behandeling van antisociale jongeren.
Veel jongeren krijgen het stempel autisme opgedrukt terwijl hun contacttraagheid is te wijten aan een mindere intelligentie of een trage sociaal-emotionele ontwikkeling.
De verkeerde diagnoses komen onder andere in Zuid-Nederland vaak voor, maar ook elders gaat het mis. Begeer: „In Groningen schijnt heel vaak PDD-NOS (een aan autisme verwante stoornis, red.) op te treden. Dat ligt niet aan de Groningers. Die zijn weliswaar stug -ik ben er zelf een- maar er is geen epidemie van PDD-NOS in het noorden. Dit ligt zuiver aan de diagnostiek.”
Vragenlijsten over autisme op internet spelen ook een rol in de verkeerde diagnoses. Mensen vullen die in zonder dat hun antwoorden worden gecontroleerd of daarop wordt doorgevraagd. Daarom is het volgens Begeer van belang dat een stoornis als autisme door een wetenschappelijk geschoolde psychiater wordt vastgesteld.
Vorig jaar hekelden de pedagoog prof. dr. M. de Winter en kinderpsychologe dr. M. Delfos de mode om kinderen de diagnoses autisme, ADHD of hoogbegaafdheid te geven. Volgens hen proberen veel ouders met deze medische etiketten een verklaring te geven voor het geval hun kind niet voldoet aan hun ideaalbeeld. Begeer bevestigde dat ook de diagnose ADHD vaak wordt gegeven terwijl kinderen vaak ’gezond druk’ zijn.