Strafhof komt met slachtofferfonds
Met een ceremonie in het Nederlands Congres Centrum in Den Haag is donderdag het officiële startsein gegeven voor het slachtofferfonds (TFV) van het Internationaal Strafhof (ICC). Dat zal moeten zorgen dat de slachtoffers van oorlogsmisdadigers die door het ICC worden veroordeeld, enige vorm van compensatie krijgen.
Bij de bestaande VN-tribunalen voor ex-Joegoslavië en Rwanda is binnen de instellingen van het hof zelf niets geregeld voor schadeloosstelling van de slachtoffers. Dat daaraan door de oprichters van het strafhof wel is gedacht, is „misschien het meest innovatieve aspect van een innovatieve instelling”, aldus de Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu namens de directie van het ICC-slachtofferfonds. Tutu vertelde dat hij tijdens zijn werk voor de Waarheids- en Verzoeningscommissie vaak „tranen in zijn ogen had”, wanneer hij geconfronteerd werd met de verhalen van de slachtoffers.
Die slachtoffers waren vaak zo „bescheiden in hun verwachtingen.” Een vrouw vroeg Tutu om hulp om een grafsteen op het graf van haar zoon te kunnen zetten. Een ander wilde hulp om de stoffelijke resten van haar dierbare te vinden. „Een vrouw zei: Kunt u mij helpen om maar één botje te vinden?” aldus Tutu.
Volgens Tutu moet het slachtofferfonds, dat nu „klein begint” met een paar duizend dollar, de slachtoffers tonen dat de internationale gemeenschap om hen geeft, zodat de wonden kunnen helen. Naast Tutu zitten in de directie: koningin Rania van Jordanië; de Franse oud-minister en Auschwitz-overlevende Simone Veil; de Poolse ex-premier Tadeusz Mazowiecki, die onder meer heeft gerapporteerd over oorlogsmisdaden in ex-Joegoslavië; en de Costaricaanse winnaar van de Nobelprijs voor de vrede Oscar Arias Sanchez.
Namens de Bosnische staatscommissie voor oorlogsmisdaden voerde Mirsad Tokaca het woord, die lang contact heeft gehad met onder meer de moeders van Srebrenica. Hij betreurde dat het Joegoslavië-tribunaal zich vooral voor daders interesseert en pas belangstelling voor de slachtoffers toont als zij potentiële getuigen zijn.
Esther Mujawayo wees namens Avega, een organisatie van weduwen van slachtoffers van de genocide in Rwanda, op het lot van de talrijke vrouwen die tijdens de genocide tien jaar geleden zijn verkracht en met aids geïnfecteerd. Voor hun behandeling is vaak geen geld, terwijl de genocideverdachten in handen van het Rwanda-tribunaal in Arusha goede medische verzorging krijgen op kosten van de VN.