Kerk & religie

Jood en heiden

Romeinen 11:12b

David Flud van Giffen
26 September 2016 11:10Gewijzigd op 16 November 2020 06:51

„En indien (…) hun vermindering de rijkdom der heidenen is, hoeveel te meer hun volheid.”

Met de bekering van Israël zal en moet noodzakelijk de rijkdom van de gehele kerk samengaan: als het leven uit de doden. „En indien hun val de rijkdom is der wereld, en hun vermindering de rijkdom der heidenen, hoeveel te meer hun volheid” (Rom. 11:12). Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de doden? (Rom. 11:15).

In Psalm 102:14 en 16 wordt dat zeer duidelijk samengevoegd: „Gij zult opstaan, Gij zult U ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want de bestemde tijd is gekomen. (…) Dan zullen de heidenen den Naam des Heeren vrezen, en alle koningen der aarde Uw heerlijkheid.” Daar is een volheid der heidenen, die langzaam en trapsgewijs door de verkondiging van het Evangelie zal verzameld worden, die aan het herstel van Israël voorafgaat (Rom. 11:25).

Maar daar is nog een andere rijkdom der heidenen die op de aanneming van Israël zal volgen of haar vergezellen. Want de Israëlische natie is zeker over de gehele bekende wereld verspreid. Wanneer die nu zo wonderlijk door Gods Geest en kracht zal aangedaan en getrokken zijn, dan zal zij ongetwijfeld zich toeleggen op en arbeiden om die heidenen, onder wie ze leven, te brengen en te bekeren tot hun Koning en Vorst, de Messias, Die ze nu des te vuriger zullen beminnen en Zijn verheerlijking zoeken.

David Flud van Giffen,

predikant te Dordrecht

(”De nog verwachte heerlijkheid der Kerk”, 1680)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer