Dat de Gereformeerde Bond (GB) aanhaakte bij de vorming van de GTU, ligt voor een belangrijk deel aan een harde voorwaarde die de generale synode van de CGK vorig jaar stelde. De Theologische Universiteit Apeldoorn en de Theologische Universiteit Kampen mochten best onder één dak verder, maar dan moest de Gereformeerde Bond „en/of” het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam wel „een substantiële bijdrage” leveren aan de bouw van het nieuwe instituut. De voorwaarde had te maken met de breedte van de CGK: heel de kerk moet zich in de nieuwe universiteit kunnen herkennen.

Gereformeerde belijders

Het Hersteld Hervormd Seminarie haakte om verschillende redenen vroegtijdig af. De Gereformeerde Bond niet, hoewel zijn eerste loyaliteit bij de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam en Groningen ligt. In die steden werken de bijzonder hoogleraren namens de GB en daar leidt de Protestantse Kerk haar predikanten op.

Dat betekent niet dat de Bond met tegenzin in een voorgenomen huwelijk werd getrokken. De GB heeft gereformeerde theologiebeoefening in Nederland hoog in het vaandel staan. Bovendien is het belangrijk om in een seculiere tijd andere gereformeerde belijders te versterken. De Bond maakte dan ook deel uit van de regiegroep die de afgelopen vijftien maanden de komst van de GTU voorbereidde.

In het morgen te verschijnen nummer van De Waarheidsvriend legt het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond nog eens uit waarom en hoe de GB betrokken is bij de Gereformeerde Theologische Universiteit.

De Bond zal in ieder geval formeel geen verantwoordelijkheid dragen voor de GTU. Dat kan ook niet, schrijven algemeen secretaris drs. P. J. Vergunst en dr. M. van Campen, voorzitter van de commissie theologie van de Gereformeerde Bond. „Daarvoor zijn we als organisatie niet alleen te klein en te kwetsbaar, maar daarmee zouden we ook te ver verwijderd raken van onze missie, die beoogt de Protestantse Kerk te binden aan de gereformeerde belijdenis.”

De Gereformeerde Bond juicht de komst van de GTU wél toe. Voor kerk en theologie zou het goed zijn als er een gereformeerde universiteit zou komen, en daarom wil de Bond graag „morele steun” geven. „Dat betekent dat we met dankbaarheid kennisnemen van het voornemen om te komen tot de benoeming van theologen uit de kring van de Gereformeerde Bond.”

Samenwerking

Er is overigens niet heel veel nieuws onder de zon. De Bond en de beoogde partners van de GTU werken al op verschillende terreinen samen, bijvoorbeeld in onderwijs en onderzoek. Zo was dr. T. E. van Spanje de afgelopen jaren als nieuwtestamenticus verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en werkte prof. dr. W. H. Th. Moehn in het onderzoek naar de geschriften van Guido de Brès samen met de Kampense hoogleraar prof. dr E. A. de Boer. En ook binnen de redactie van het tijdschrift Theologia Reformata trekken hervormd-gereformeerden al lange tijd samen op met christelijke gereformeerden. „Ook zijn we bereid deel te nemen aan publicatietrajecten, iets wat ook nu al gebeurt.”

Voldoende

De Gereformeerde Bond vraagt zich nu af of dit alles voor de christelijke gereformeerde synode een „voldoende substantiële bijdrage” is. „Het lijkt ons dat de synode met bovenstaande alle ruimte heeft om hieraan invulling te geven.”

De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken liet de komst van de GTU voor een belangrijk deel afhangen van de inbreng van de Gereformeerde Bond. Die heeft naar eigen zeggen gedaan wat binnen zijn mogelijkheden ligt. De generale synode van de CGK, die dit najaar vergadert, is nu weer aan zet. Komt de Gereformeerde Theo­logische Universiteit er? Alleen als de christelijke gereformeerden tevreden zijn met de bijdrage van de Bond en als alle partners écht willen samenwerken in een nieuwe, gereformeerde universiteit.

----De Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk gaat aankomende theologiestudenten niet adviseren aan welke universiteit ze moeten gaan studeren. Het hoofdbestuur schrijft morgen in De Waarheidsvriend dat het niet de taak van de Bond is om alle studenten op te roepen de bachelor aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) te volgen. „Die taak zou niet reëel zijn als we naar de huidige praktijk kijken, waar tientallen theo­logiestudenten zelf kiezen voor een bachelor in Leuven of Apeldoorn. Studentenstromen laten zich anno 2016 niet in een bepaalde richting leiden.”

De Bond ziet het wel als zijn verantwoordelijkheid de PThU te stimuleren zich (verder) te ontwikkelen tot een „wetenschappelijk en confessioneel kwalitatieve opleiding”, waarin veel aandacht is voor de „persoonlijke geestelijke vorming van jonge werkers in Gods Koninkrijk. Dát trekt jonge mensen aan: een gedegen opleiding in combinatie met oog voor een bijbelse en kerkelijke spiritualiteit.”