Rutte: we zijn er nog absoluut niet
Het gaat beter, maar we zijn er nog absoluut niet. Dat heeft premier Mark Rutte donderdag gezegd bij het begin van de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen over de begroting van 2017. Hij is pas tevreden als iedereen het herstel in Nederland merkt.
Rutte kreeg meteen aanvallen te verduren van linkse partijen over het koopkrachtbeleid van het kabinet. Dat zou niet eerlijk zijn; de lagere inkomens zouden zijn achtergebleven.
Hoewel Rutte dit weersprak, liet hij weten dat hij snapt dat het kabinet in een peiling met een 5,2 een onvoldoende kreeg, mede omdat veel Nederlanders weinig zouden merken van een aantrekkende economie.
Hij wees er onder meer op dat het kabinet elk jaar in augustus de koopkracht repareert van groepen die er op achteruit dreigen te gaan. Volgend jaar trekt het kabinet daar 1,1 miljard voor uit waarvan ruim 800 miljoen is bestemd voor ouderen, aldus de premier.
Rutte zei dat 17 miljoen mensen in moeilijke tijd een steentje hebben bijgedragen en dat „de tocht door de woestijn” gezamenlijk is gemaakt. Volgens de premier gaat het economisch beter en zijn voorzieningen voor generaties veiliggesteld, maar moet nu iedereen gaan merken dat het beter gaat.
Het woord zekerheid is volgens de premier de komende jaren belangrijk. Dat geldt volgens hem niet alleen voor zaken als zorg en pensioenen, maar zeker ook voor de vraag of Nederland nog wel Nederland blijft.