„Prinsjesdag laat zien wat iedereen moet weten”
Zon, oranje, paarden, muziek, vaderlands vertoon en een hoop gezelligheid. Vaste ingrediënten voor een geslaagde Prinsjesdag. Alleen de koets is dit keer anders. „Deze ramen zijn donkerder. We kunnen de koning en de koningin minder goed zien.”
Den Haag, dinsdagmorgen, 10.00 uur. Een Kamerlid met megahoed verlaat de parkeergarage op Het Plein. Buiten vraagt haar metgezel: „Wil je in de zon op de foto?” Schoolkinderen vergapen zich aan het tafereel.
Op de hoek, bij de Hofvijver, meldt een bord dat het vandaag verboden is rijwielen te stallen. „Is uw fiets verwijderd, kijk dan op www.fietsdepothaaglanden.nl”. Toch aardig, die service van de gemeente.
Het werk in de bouwput bij de Korte Vijverberg gaat gewoon door, Prinsjesdag of niet. Stoere mannen met hesjes en helmen graven zich letterlijk een slag in de rondte.
Bij het Buitenhof deelt een oranje uitgedoste clown met hese stem ballonnen uit aan kinderen. „Krijgen we ook een lolly?” Aan de overkant wordt een rode, foutgeparkeerde Volkswagen weggesleept. De achterruit vermeldt: ”VW, een auto voor iedereen”. Op deze manier zeker.
Bjorn Hoeks uit het Limburgse Susteren heeft het zich gemakkelijk gemaakt met een visstoeltje in de Heulstraat. De 15-jarige scholier is in gezelschap van twee oud-tantes en z’n oma. „We hebben in Den Haag overnacht. Daardoor zaten we hier vanmorgen al vroeg. We willen niks missen.”
Hans van Hoek, gepensioneerd onderwijzer, bezet sinds 2009 elk jaar dezelfde plek, vlak bij Paleis Noordeinde. „Voorheen kon ik geen vrij krijgen.” Hij kijkt bedenkelijk: „Straks proberen ze allemaal voor me te gaan staan, maar dat laat ik niet gebeuren.” Z’n versierde driewieler staat veilig vastgeketend aan het hek.
Vaderlandse verbroedering
Bij het paleis worden kroontjes uitgedeeld. Ze gaan als warme broodjes over de toonbank. Omroepwagens met schotelantennes sturen de eerste beelden het land in. ”United4all” staat er met vette letters op de zijkant. Toepasselijk op deze derde dinsdag vol vaderlandse verbroedering.
Ralph, Raven en Ruben, leerlingen van de Rehobothschool uit Capelle aan den IJssel, zijn voor het eerst in Den Haag op Prinsjesdag. Of het wachten lang duurt? „Beetje wel. We lummelen wat met een volleybal.”
De Capelse groep 8 heeft een mooi plekje, vlak bij het standbeeld van Willem van Oranje. „Vorig jaar stonden we vlak bij de NOS”, vertelt de Rehobothdirecteur. „Toen zijn we op tv geweest.” Of zijn bestuur dat goed vond? Hij lacht. „Soms moet je niet vooraf om toestemming vragen, maar achteraf om vergeving.”
Ook de Willem Farelschool uit Hoevelaken is present. „We gaan elk jaar, met groep 8”, vertelt directeur Gert-Jan van Belzen. „Tot vorig jaar kregen we een gratis bus van de Oranjevereniging, maar die subsidie is wegbezuinigd. Vandaag zijn we met de trein. Met een Railrunner is het financieel goed te doen.”
Volgens Van Belzen maakt een bezoek aan Prinsjesdag de leerlingen weerbaar. „Den Haag is even wat anders dan Hoevelaken. Vorig jaar werden er heksenhoeden uitgedeeld. Daar waren wij natuurlijk niet blij mee. De kinderen kregen er vragen over van omstanders. Nou, leg maar uit, zei ik. Een lesje apologetiek.”
Andere reformatorische basisscholen lieten het dit jaar afweten, vanwege de terreurdreiging. „Dat zie ik anders”, reageert de Hoevelakense directeur. „Er is veel beveiliging. En je moet een beetje vertrouwen hebben.”
„Prinsjesdag is goed voor de burgerschapsvorming”, zegt de directeur van de Eben-Haëzerschool uit Capelle aan den IJssel. „Je ziet vandaag de koning, de koningin, ministers, Kamerleden. Het gaat over onze democratie. Op school leren de kinderen erover, vandaag maken ze de praktijk mee. Prinsjesdag laat zien wat elke Nederlander moet weten.”
De temperatuur loopt op, de Oranjekoorts ook. Even voor één uur vertrekt de Prinsjesdagstoet bij Paleis Noordeinde. Dit keer rijdt niet de gouden koets mee, maar de glazen. Tamboers en pijpers zorgen voor aanstekelijke muziek.
Schuin tegenover het Mauritshuis, op een tribune, zitten de kinderen uit groep 8 van de Urker Petrus Dathenusschool. Directeur Johan van Arnhem: „Vorig jaar hebben we een brief geschreven naar de politie Haaglanden met de vraag of we gereserveerde plaatsen konden krijgen. We hoorden niets, tot twee weken geleden. Toen kregen we ineens toegangskaarten. De organisatie is perfect. We hebben een prachtig uitzicht, er zijn vlaggetjes uitgedeeld en de kinderen krijgen allemaal een ijsje.”
Hét hoogtepunt
Terug naar Paleis Noordeinde. Een marinier langs de route wordt onwel. Collega’s voeren de man, lijkbleek, af. Dan volgt hét hoogtepunt van de dag: de balkonscène. De dranghekken gaan opzij, het publiek stuift juichend naar voren.
Willem-Alexander, Máxima, Constantijn en Laurentien wuiven de massa enthousiast toe. „Oranje boven”, klinkt het spontaan. En: „Leve de koning.” Of: de koningin? Het verschil is nauwelijks te horen.
Terwijl de menigte zich naar huis worstelt, staat de familie Lokhorst uit Genemuiden na te genieten. „Prinsjesdag is voor ons een dag uit. We hebben vier kinderen, van wie er twee autistisch zijn. Zij vragen veel zorg. Vandaag kunnen we die even thuis laten.”
Wat ze van de alternatieve koets vinden? „De ramen van de glazen koets zijn donkerder dan die van de gouden koets. Daardoor konden we de koning en de koningin minder goed zien. Van ons mag volgend jaar de gouden koets weer rijden.”