Extra alert waren ze al in de hervormde gemeente Renswoude, die samenkomt in de Koepelkerk. „De afgelopen tijd zijn verschillende fietsen bij de kerk gestolen”, aldus de koster woensdagmorgen. „Daarom was besloten dat kerkgangers hun fietsen voor de consistorie moeten neerzetten. Zondagavond hield een van de kerkrentmeesters vanuit de consistorie de ongeveer zestig fietsen in de gaten.”

De kerkrentmeester ontdekte, ongeveer een kwartier na aanvang van de Avondmaalsdienst, dat er twee „Oost-Europese” mannen „verdacht tussen de fietsen rondsnuffelden”, blikt koster Floor terug. „Het leek er sterk op dat ze de fietssloten bekeken.” De kerkrentmeester, koster Floor en een ander gemeentelid spoedden zich naar buiten. „Een van de mannen ging er vandoor. De andere man bleef staan, met een telefoon in zijn hand. In het Engels vroegen mijn medegemeenteleden hem wat hij tussen de fietsen deed. Hij beweerde dat hij een vriend ging bellen. Tja, je zou die vriend misschien ook een medebendelid kunnen noemen. We zeiden tegen die man dat hij tussen de fietsen liep te snuffelen. Maar nee, hij zei dat hij niets had gedaan.”

Toen de hervormde mannenbroeders de vreemdeling erop wezen dat hij iets verborgen hield tussen riem en broek, ging die er „als een speer” vandoor, blikt Floor terug. De kerkgangers zetten de achtervolging in. „Eerst renden we achter hem aan. Maar dat was een verloren zaak. Toen pakten een gemeentelid en ik elk een fiets.”

Even later kregen de twee fietsende speurders een rennende, Oost-Europese man in het vizier. Intussen was de buurt ook gealarmeerd. „De man klom over de schutting van een particulier. Hij had zichzelf klemgezet. Hij had zich achter een container verstopt en kon geen kant op. Achter een andere schutting zat een grote hond.” Samen met een drietal anderen hield Floor de vreemdeling vast, totdat ongeveer een kwartier later de politie arriveerde. „De vermeende fietsendief was heel mak.” Vastgebonden is de man niet. „We hadden geen touw. Achteraf dacht ik nog dat we zijn benen aan elkaar hadden kunnen knopen met onze broeksriemen.” Floor weet niet of de arrestant de man is die ze eerder bij de kerk hadden aangesproken of dat het wellicht een handlanger is. „Misschien was er een groepje verkenners bij betrokken.”

De achtervolging is de 72-jarige koster niet in de koude kleren gaan zitten. „Mijn hart klopte sneller dan normaal en ik begon te zweten. Toch heb ik een goed gevoel dat we iemand hebben kunnen pakken. Maandag ben ik nog teruggekeerd naar de plek waar de man zich had verstopt. Onder een heg vond ik een soort loper waarmee je een fietsslot kunt bewerken.”

Floor ging na het incident de kerk weer in, maar verliet even later toch de dienst. „Ik kon mijn aandacht er niet bij houden en voelde me niet lekker.” Later die dag dankt hij God dat hij gespaard bleef. „Het had heel anders kunnen aflopen. Tussen dit soort gasten zitten ook types die nergens voor terugdeinzen. Die gaan knokken of trekken een mes.”

Dat de Oost-Europeaan weer op vrije voeten is, kan de koster zich voorstellen, al vindt hij het ook wel „jammer.” „De wetgeving zit nu eenmaal zo in elkaar. Kennelijk heeft de man niets strafbaars gedaan.” De kerk overweegt binnenkort camera’s op te hangen.