Toegift
Als ik onze minister-president een vrijblijvend advies mag geven, raad ik hem aan om dinsdag in de Ridderzaal een toegift te geven.
Ik denk daarbij aan de volgende tekst: „Graag wil ik het nog eens hebben over het doen van beloften. Zoals u zich ongetwijfeld herinnert, bood ik onlangs mijn excuses aan voor een aantal beloften die ik niet heb kunnen waarmaken. Tijdens de vorige verkiezingscampagne in 2012 beloofde ik dat de werkende Nederlander 1000 euro zou krijgen, dat er niet gemorreld zou worden aan de hypotheekrenteaftrek en dat er geen geld meer naar Griekenland zou gaan. U weet ook dat ik deze beloften niet kon nakomen: de werkende Nederlander kon naar die 1000 euro fluiten, aan de hypotheekrenteaftrek is toch gesleuteld en Griekenland kreeg opnieuw de nodige miljarden toegeschoven.
Het lijkt me een goed idee om met elkaar af te spreken dat we dit soort beloften voortaan niet meer doen. Er staan verkiezingen van de Tweede Kamer voor de deur en het is dan de gewoonte dat we allemaal tegen elkaar opbieden. Een miljardje extra hier en een miljardje extra daar. Hele kuddes koeien met gouden horens trekken er dan voorbij. Allemaal boerenbedrog. Net zo goed als ik wist dat het geld voor het cadeautje voor de werkende man er niet was, zo weet u dat veel van die luchtkastelen in de verkiezingsprogramma’s onbetaalbaar zijn.
Dan heb ik ook nog een appeltje met de kiezer te schillen. Die blijft volgens de peilingen nog steeds massaal op de partij van Wilders stemmen. Nog geen vijf programmapunten van hem zijn verwezenlijkt. Mijden als de builenpest die PVV, is mijn advies.
Ook zou ik graag met de kiezers de afspraak willen maken dat ze niet meer met alle winden meewaaien. Eerst kan een partij op de steun van velen rekenen, dan komt er een nieuwe voorman en weg, die extra zetels. Zie ook de peilingen. Het lijken wel waterstanden. Als het een week heeft geregend, schiet het peil omhoog; is het twee weken droog, dan, hup, zakt het weer. Zo ook de polls. Heeft een politiek leider op de treurbuis meegedaan aan een spelletje voor analfabeten, dan kruipen ze meteen omhoog. Verslikt hij zich, dan gaan ze met een vaartje weer omlaag.
Ik vertel geen nieuws als ik zeg dat het de kiezer vooral gaat om de poppetjes. Met name als ze gespierde taal gebruiken, mogen ze op zijn gunst rekenen. Zie Donald Trump in Amerika. Het electoraat geniet van dat grove geschut. Wat zou het een vooruitgang zijn als het gewoon weer om de inhoud zou gaan. Ik dank u.”