Dat blijkt uit een woensdag gepubliceerd onderzoek dat Hay Group en TowersPerrin deden in opdracht van ondernemersorganisatie VNO-NCW en het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen. Het onderzoek is uitgevoerd onder 1700 bestuurders bij 250 bedrijven met een omzet van 45 miljoen euro tot ruim 13,4 miljard euro, waaronder wel- en niet-beursgenoteerde ondernemingen.

De salarisstijging van 5 procent of meer aan de top komt volgens het onderzoek overeen met die van werknemers in 2003. Voorzitter J. Schraven van VNO-NCW noemt het „een belangrijke constatering” dat de beloning in doorsnee „grosso modo gelijk was” in een tijd dat er veel ophef is over sterke inkomensstijgingen aan de top van het bedrijfsleven.

Hij benadrukt dat moet worden gekeken naar de algemene salarisontwikkeling. Daarbij hekelt Schraven de wijze waarop minister De Geus van Sociale Zaken „het geval van ING aangreep om de door hem gesignaleerde enorme inkomensstijgingen aan de top van ondernemingen aan de kaak te stellen.”

De vakcentrale FNV is niet onder de indruk van de „statistische strapatsen” van VNO-NCW. „De uitkomsten van het onderzoek zijn voor ons ongeloofwaardig, omdat er is gekozen voor de mediaan. Door de middelste uitkomst uit te kiezen, filter je alle uitschieters eruit”, aldus een woordvoerder van de FNV. Hij noemt het onderzoek een „witwasoperatie.”

De FNV betwist bovendien dat ’gewone’ werknemers er vorig jaar 5 procent in salaris op vooruit zijn gegaan. Daarbij wijst de vakcentrale op cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Centraal Planbureau. „Die komen uit op een gemiddelde stijging van de CAO-lonen van 2,8 procent. Als je daar promoties en eenmalige bonussen bij optelt, kan de stijging maximaal uitkomen op tussen de 3,5 en 4 procent.”