Dijsselbloem: overheid moet over bonus gaan
De overheid moet zich met beloningen in het bedrijfsleven bemoeien, zoals de hoge bonussen. Dat stelt minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën zondag. Hij bekrachtigt daarmee zijn eerdere oproep aan het Nederlandse bedrijfsleven om de beloningen aan de top te matigen.
De PvdA-minister verwerpt de kritiek van onder meer werkgeversorganisatie VNO-NCW, de VVD en de Vereniging van Commissarissen en Directeuren op zijn pleidooi. Hij noemt de afwijzingen opvallend fel en agressief.
In tegenstelling tot de critici vindt Dijsselbloem dat ook de overheid over beloningen moet gaan. Politici moeten stelling nemen tegen maatschappelijke scheefgroei, „ook als de eerste verantwoordelijkheid bij burgers of bedrijven zelf ligt”, schrijft hij in een zogenoemde Zondagsbrief aan PvdA-leden. „Politiek begint met een opvatting. Het is mijn opvatting dat we naar elkaar om moeten kijken en moeten zorgen dat de samenleving bij elkaar blijft. Dat geldt zeker voor mensen aan de top.”
Volgens de minister is er wel degelijk sprake van een scheefgroei in het bedrijfsleven. „De beloningen aan de top van de grote Nederlandse bedrijven stijgen nog steeds veel sneller dan de cao-lonen. Tegelijkertijd zijn de bonussen inmiddels gemiddeld gelijk aan anderhalf jaarsalaris en stijgen ze verder door.”
Van de vakbonden wordt verwacht dat ze looneisen matigen, maar dat geldt blijkbaar niet voor de directie. Hier is rechtvaardigheid in het geding, aldus Dijsselbloem. „Het raakt rechtstreeks aan maatschappelijke verhoudingen, die steeds meer onder spanning komen.”
Nadat de afgelopen jaren bij staatsdeelnemingen, in de financiële sector en in de publieke sector excessieve beloningen en bonussen aan banden zijn gelegd, komt nu de tijd om ook naar het bedrijfsleven te kijken, vindt de minister.