Na Schoolezing minister Schippers: Cultuurkloof zal blijven, ook na goede uitleg
Het was een opmerkelijk betoog dat minister Schippers (VWS) maandagavond hield, toen zij de H. J. Schoolezing mocht uitspreken. Het is immers lang geleden dat deze bewindsvrouw, die wel gezien wordt als mogelijke opvolger van Rutte, zich uitliet over zaken buiten haar eigen beleidsterrein. En nu timmert zij opeens nadrukkelijk aan de weg.
De essentie van haar betoog is als volgt. Schippers roept andere partijen ertoe op samen met de VVD een „vrijheidscoalitie” te vormen, die onze liberale en democratische vrijheden moet verdedigen tegen aanvallen van „de politieke islam.” Zij doelt daarbij niet alleen op terreuraanslagen, maar net zo goed op „stille, sluipende aanvallen” op onze vrijheden. Wat die zoal behelzen? De bewindsvrouw spreekt van „stille zelfcensuur” op scholen, waar homoseksuele docenten, uit vrees voor moslimjongeren, weer terug in de kast zijn gegaan. En waar niet over de Holocaust kan worden gesproken. Ze heeft het over de vele moslimvrouwen die, hoewel levend in het vrije Nederland, niet in die vrijheden delen. Omdat ze van hun man het huis niet uit mogen en de arbeidsmarkt niet op mogen. Die vanwege hun religie en door zware groepsdruk niet van hun man kunnen scheiden.
Schippers waarschuwt voor het ontstaan van „parallelle werelden in Nederland”, en toont zich zeer bezorgd over de toekomst van haar 11-jarige dochter. Dat meisje, zegt de bewindsvrouw, „weet niet beter dan dat ze zelf nadenkt en beslist” over haar vrienden en vriendinnen, over wat ze wil worden, over hoe ze zich kleedt. „En ik wil dat dit zo blijft. Niet alleen voor haar. Voor alle meisjes in Nederland.”
Schippers’ lezing klonk als een klok. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij in diverse media werd bejubeld. „Wie haar toespraak terugleest, hoort een premier”, oordeelde Volkskrantcolumnist Bert Wagendorp.
Ook wie zóver niet wil gaan, moet toegeven dat het betoog knap in elkaar steekt, zowel in intellectuele als in politieke zin. Hier was iemand aan het woord die het urgentiegevoel van PVV-leider Wilders („Onze vrijheid wordt bedreigd!”) geheel en al overnam, maar die niet blijft steken in kretologie of in gemakkelijke en ten diepste contraproductieve schijnoplossingen.
Toch passen bij Schippers’ Schoolezing ten minste twee kanttekeningen. Ten eerste ademt hij te veel een sfeer van, zoals CU-leider Segers het weleens uitdrukt: je hebt op aarde gewone mensen én je hebt religieuze mensen. Die basishouding, waarin goddienst snel wordt vereenzelvigd met achterlijkheid, vormt geen goed uitgangspunt om samen met christelijke partijen een vrijheidscoalitie te vormen. In dat licht bezien was het niet hoopgevend dat zij op een van de eerste vragen ná haar lezing antwoordde dat zij even had overwogen de afschaffing van het bijzonder onderwijs in haar speech op te nemen. Ze had dit echter niet gedaan omdat (!) ze mogelijke bondgenoten voor haar vrijheidscoalitie niet tegen zich in het harnas wilde jagen.
De tweede kanttekening betreft de oplossing die Schippers voorstelt. Westerse landen en burgers zijn jarenlang vergeten het ideaal van de vrijheid actief uit te venten, stelt de liberale politica. Nieuwkomers moeten we sneller en overtuigender laten zien dat ze in een land zijn gekomen waarin mannen en vrouwen gelijk zijn, waar iedereen zich kleedt zoals hij wil, en waar een gayparade bestaat. We moeten onze eigen cultuur niet relativeren, maar ervoor uitkomen dat we die superieur vinden aan andere culturen. „De paradox van de vrijheid is dat we ons met elkaar moeten bemoeien”, aldus Schippers.
Jazeker, er zitten waarheidselementen in deze stelling. Maar zou het nu echt kloppen dat als we maar beter uitleggen dat de gaypride, de Amsterdamse wallen, een liberaal drugsbeleid en een hoog echtscheidingspercentage normaal zijn en kritiek daarop abnormaal, dit door nieuwkomers vanzelf wel zal worden geaccepteerd? Is dat niet wat al te gemakkelijk gedacht?