Verontwaardiging over wangedrag Turkse jongeren in Zaandam
Turks-Nederlandse jongeren maken de wijk Poelenburg in Zaandam onveilig. Buren vrezen voor hun ruiten. Tuig van de richel, reageert premier Rutte. Hard aanpakken, verklaart minister Van der Steur. De meningen in de wijk lopen uiteen.
Met piepende banden slaat een VW Polo linksaf, de hoek om in de Jongsmastraat. De zilvergrijze auto –getinte bestuurder, zwart petje– stuitert over een verkeersdrempel. Iets verderop drommen Turkse jongeren om een cameraploeg. Dreigend. „Sla die microfoon uit z’n handen.”
Turks-Nederlandse jongeren in de wijk Poelenburg in Zaandam liggen onder vuur. De groep hangjongeren zou het pleintje voor de Volmar-supermarkt terroriseren. Het wangedrag ligt vast op een video van vlogger Ismail Ilgun, die videoboodschappen deelt op YouTube.
Op de beelden is te zien hoe Turkse hangjongeren inslaan op een man en hem van zijn fiets trekken. Verder maken ze de politie belachelijk, terwijl een jongen boven op een politieauto staat te dansen. „Deze beelden geven een beeld van onze wijk. En ze zijn goed voor mijn kijkcijfers.”
Bedreiging
De overlast trekt landelijke aandacht. Premier Rutte en minister Van der Steur reageerden vrijdag vol afschuw. Burgemeester Faber van Zaanstad zag zich vrijdagmiddag genoodzaakt een bezoek te brengen aan de wijk. Om de gemoederen te sussen. Allochtone jongeren joegen donderdag een SBS-cameraploeg de wijk uit.
De meningen over de Turkse jongeren lopen uiteen. „Verschrikkelijk, het is een zooitje rotzooi hier”, verklaart buurvrouw Bekker (61). „Het wordt steeds erger.” Het aantal hangjongeren neemt toe. „Aso”, reageert ze. „Laat ze lekker bij de moskee gaan chillen.”
Buurman Hondsmerk (81) zegt regelmatig met de jongeren in gesprek te gaan: „Waarom maken jullie er zo’n rotzooi van?” De krasse baas wijst erop dat ze uit een andere cultuur komen. „Het blijven toch Turken, hè?!” Tegelijk nuanceert hij de overlast. „Nederlanders veroorzaken ook herrie. Ik zeg altijd: Beter een goede Turk dan een slechte Nederlander.”
Ismail wuift alle problemen weg. „Elke wijk kampt met problemen”, legt hij uit, terwijl z’n camera zoemt. „Ik ken mijn grenzen bij het filmen”, zegt hij met een stalen gezicht. Dansen op een politieauto? „Dat valt binnen de grenzen.” Agenten beledigen? „Die jongeren kwamen niet uit deze wijk.”
Het probleem ligt niet –of niet alleen– bij de jongeren, bezweert voorzitter S. Gunes van het platform Plato, dat Turkse belangen behartigt. „De politie moet niet zo provoceren. Dát is het probleem. Agressie roept agressie op.” En de gemeente, die moet meer doen. „Een buurthuis regelen.”
Aan het eind van de middag brengt burgemeester Faber –onder politiebegeleiding– een onverwacht bezoek aan de buurt. „Jongeren die overlast veroorzaken horen niet in deze wijk”, reageert ze dapper. Het gedrag van de jongeren is „onacceptabel”, vindt ze ook. „Dat moeten we aanpakken. En dat doen we ook.”
De burgemeester zegt de problemen al jaren te kennen. En er een gerichte aanpak op los te laten. „Wij zitten erbovenop.” Ze belooft meer politie, meer beveiligers, meer aandacht. En die jongeren?! Tuig van de richel? „Die woorden laat ik voor rekening van de premier.”