Kabinet: geen paniek om Uruzgan
De opmars van de Taliban in de Afghaanse provincie Uruzgan is nog geen reden voor paniek. Dat heeft minister Jeanine Hennis van Defensie vrijdag gezegd.
„Wij volgen de ontwikkelingen. Je ziet dat de Afghanen zich herpakken, met Amerikaanse steun vanuit de lucht grijpen ze in”, aldus Hennis. Ze liet weten dat paniek niet nodig is. „Dit was voorspeld en het blijft voorlopig nog moeilijk”.
Tussen 2006 en 2010 waren Nederlandse militairen gelegerd in Kamp Holland bij Tarin Kowt, de hoofdstad van Uruzgan die deze week is aangevallen door de Taliban.
Minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken liet weten dat de Nederlandse inzet destijds „zeker” niet voor niets is geweest en dat er toen vooruitgang is geboekt. Premier Mark Rutte herhaalde dit later op de dag, onder meer voor mensen die geliefden hebben verloren.
„Dit is niet zonder belang geweest. Het is een gebied waar de meest verschrikkelijke internationale terroristische organisaties bezig waren een blijvende basis te vestigen, van waaruit niet alleen dat land totaal geterroriseerd werd, maar ook aanslagen konden worden gepleegd letterlijk tot op deze plek waar we op dit moment zijn en andere plekken in Nederland en Europa”, aldus de premier. „Daarom zijn we daar actief, om daar stabiliteit te brengen en het hier veilig te houden. Dat gaat stap voor stap, soms met één stap vooruit en twee achteruit. Het is niet nutteloos geweest, integendeel. We zien nog steeds per saldo forse vooruitgang.”