Eerste getto ter wereld 500 jaar oud
In 1516 werd het eerste getto ter wereld ingesteld. Het stadsbestuur van Venetië verplichtte de Joden ertoe bij elkaar in dezelfde wijk te gaan wonen. Vijfhonderd jaar later ligt het getto er vrijwel onveranderd bij. Maar er wonen nagenoeg geen Joden meer.
Gids Sergio draait aan een sleutel om de groengelakte buitendeur van de Levantijnse synagoge te openen. De synagoge bevindt zich op de eerste etage en is vooral uit hout opgetrokken. De aron, de tabernakel waarin de Thora wordt bewaard, en de biema, een verhoging waarop de Thora wordt voorgelezen, vallen op door hun fraaie houtsnijwerk. Dat is vervaardigd door de achttiende-eeuwse kunstenaar Andrea Brustolon, volgens de gids „de Michelangelo van het houtsnijwerk.”
De Levantijnse synagoge is niet het enige godshuis in het getto, dat een paar voetbalvelden groot is. Er zijn nog vier andere, waaronder de kleine Italiaanse synagoge (1575), die vrijwel altijd gesloten is omdat de toegangstrap wordt gedeeld met de bewoners van het gebouw, dat voor de rest uit woningen bestaat. Er is ook een synagoge van de Ponentijnse Joden, die zo genoemd worden wegens het Italiaanse woord voor het ondergaan van de zon (westen). Ze kwamen oorspronkelijk uit Spanje. Ook de Levantijnse Joden kwamen van oudsher uit Spanje, en worden zo genoemd omdat ze handelden met de Levant (de kusten van Klein-Azië, Syrië en Egypte). De Ponentijnen en de Levantijnen hoorden en horen tot het Sefardische Jodendom.
De concentratie van synagogen is het gevolg van een uitspraak van het stadsbestuur van Venetië. In 1516 besloot het dat alle Joden in de stad op een terrein bij elkaar moesten worden opgesloten. Het gebied was begrensd door grachten en alleen via twee bruggen bereikbaar. Voorheen waren er op het terrein enkele metaalgieterijen gevestigd. Het gebied stond bekend als ”geto” (uitgesproken als ”dschjetto”), de plek waar het gesmolten metaal werd gegoten (het werkwoord ”gettare” betekent ”gieten”). sjkenazische Joden die niet bekend waren met de zachte uitspraak van de letter ”g” gingen het gebied ”getto” noemen. Het begin van een begrip dat tot op de dag van vandaag een beladen betekenis heeft.
Miniatuurpanelen
Via het Joods museum leidt de gids de bezoekers naar de Duitse synagoge, die een prachtige ovale zaal heeft. Ook hier is het hout wat de klok slaat. Deze sjoel is de oudste van de synagogen. De Duitsers, ”tedeschi” in het Italiaans, waren de eerste Joden die zich in het getto vestigden. Iets verderop staat de Cantonese synagoge, die vermoedelijk zo heet wegens de familienaam van de stichter. Beide godshuizen hanteren de Asjkenazische rite. De Cantonsjoel is heel bijzonder, vertelt de gids, omdat dit mogelijk de enige synagoge ter wereld is waar afbeeldingen op miniatuurpanelen te zien zijn, met onder andere ”de doortocht door de Rode Zee” en ”het verzamelen van manna”. De Venetiaanse synagogen behoren tot de mooist versierde van de wereld.
Beide synagogen van de Asjkenazische traditie, het Joods museum en het Joods bejaardentehuis, die alle aan één plein liggen, vormen het centrum van het hedendaagse getto, dat hier Nieuwe Getto heet. Voorbij een van de twee toegangsbruggen begint het Oude Getto, dat in 1541 bij het oorspronkelijke getto werd getrokken. Het is mogelijk verwarrend, maar het Nieuwe Getto is ouder dan het Oude Getto. Later kwam er ook nog een derde stuk bij, dat het Nieuwste Getto werd genoemd.
Verplichting
In het kantoor van de Joodse gemeenschap ontmoeten we Michael Calimani en Barbara del Mercato. Calimani is woordvoerder van de Joodse gemeenschap en Del Mercato is betrokken bij de organisatie van de herdenking van 500 jaar getto.
De drie delen van het getto zijn heden ten dage nog te bezoeken. „Ooit woonden er zo’n 5000 Joden. Tegenwoordig zijn in heel Venetië en omstreken 450 Joden gevestigd”, vertelt Calimani. „In het getto wonen momenteel nog twee tot drie Joodse families, onder wie de rabbijn en zijn gezin.” De gemeenschap krimpt nog steeds, hoewel licht. Venetië heeft nu eenmaal voor Joden en trouwens ook voor niet-Joden weinig te bieden buiten werk in het toerisme. Het is kennelijk roeien met de riemen die er zijn.
Niet iedereen weet dat wonen in het getto een verplichting was. „Ik las net in een artikel in een tijdschrift dat de Joden het getto zelf hebben ingesteld. Maar dat is een valse voorstelling van zaken”, zegt Del Mercato verontwaardigd. „Het is zonneklaar dat het de Joden werd opgelegd”, verklaart Calimani. Het getto werd per slot van rekening afgesloten met poorten die tussen zonsondergang en zonsopgang dicht waren. Een archiefstuk uit de 16e eeuw meldt dat Zaccaria Dolfin, een lid van de raad van tien (het hoogste bestuursorgaan), vreesde dat Joden zouden zorgen voor de „ontaarding van de staat” en dat ze „een slechte invloed op de stad hebben.” Daarom moesten ze afgezonderd leven.
Palazzo Ducale
In een tentoonstelling over 500 jaar getto in het prestigieuze Palazzo Ducale, aan het San Marcoplein, worden de feiten lichtvoetiger gepresenteerd. „De stedelijke politiek van Venetië was om immigranten te verwelkomen en hun zekerheden te bieden. Tegelijkertijd werden alle nationale en religieuze gemeenschappen min of meer strikt in de gaten gehouden.”
De Joden tekenen een zogenaamde ”condotta”, waarmee de rechten en plichten van de gemeenschap op papier werd gesteld. Elke vijf tot tien jaar werd de condotta vernieuwd, met elke keer de mogelijkheid dat het stadsbestuur het contract zou beëindigen. Maar in de kleine 300 jaar dat het getto een verplichte Jodenwijk was, is dat nooit gebeurd. Venetië had de Joden te hard nodig, wegens hun activiteiten in de handel en het bankwezen en hun belastingafdrachten.
De geschiedenis van het getto is een geschiedenis van segregatie en discriminatie. Joden die buiten het getto kwamen, moesten een gele hoed opzetten om herkenbaar te blijven. Deze beperkingen werden opgeheven nadat de Fransen de stad in 1797 hadden ingenomen. Het getto bood de Joden ook veel vrijheden. Het is de reden geweest dat de tradities van het Jodendom bewaard zijn gebleven. Het stadsbestuur zag overigens het liefst dat ook andere gemeenschappen zich –buiten handelscontacten om– niet mengden met de autochtone –rooms-katholieke– bevolking. Maar voor andere groepen werd geen verplicht ‘getto’ ingesteld. Toen het getto werd opgeheven, werd het niet afgebroken, zoals het geval was in Rome en Florence, mogelijk ook omdat het niet slechts negatieve herinneringen had opgeroepen. Gelukkig maar: het is een schilderachtige plek.
Unicum
Op het centrale plein van het getto, het Campo di Ghetto Nuovo, is weinig te zien van het Joodse leven. Logisch, met slechts drie Joodse families die er wonen. Toch valt er een groepje orthodoxe Joden op. Calimani vertelt dat het leden zijn van Lubavitch, een chassidische beweging binnen het Jodendom. „Ze hebben zich zo’n 25 jaar geleden in Venetië gevestigd en hebben een ander concept van het Jodendom. We proberen ondanks de verschillen samen te leven”, zegt hij voorzichtig.
De gids is minder diplomatiek. „Een van hen is een pathologisch geval. Hij komt uit een christelijk gezin, werd toen boeddhist en nu profileert hij zich als een Jood.” Vast een unicum in 500 jaar tijd.
Joods Museum, Cannaregio 2902, Venetië. Geopend van 10.00 tot 19.00 uur, op zaterdag gesloten. Palazzo Ducale, San Marco 1, Venetië. Geopend van 8.30 tot 19.00 uur. Tentoonstelling ”Venetië, de Joden en Europa 1516-2016” t/m 13 november.