Jury Dutroux hekelt orde van proces
De jury van het proces-Dutroux heeft kritiek op het verloop van de rechtszaak. Hij hekelt de urenlange herhalingen door politiemensen. „We kunnen dat toch allemaal begrijpen wanneer het één keer wordt uitgelegd. Ook vandaag zien we dat het hier slecht gestart is”, zei een jurylid dinsdag tegen voorzitter Goux van het hof in Aarlen.
De herhalingen brengen gasten ’s middags soms in tijdnood. „Wij zijn gefrustreerd als sommige getuigenissen op het einde van de zitting met 200 kilometer per uur worden afgewerkt”, zei de vrouw. Ze doelde op het haastige verhaal van een sociaal assistente. Voor het verhoor van Dutroux’ medeverdachte Nihoul was eerder slechts een kwartiertje beschikbaar.
Voorzitter Goux zei dat hij ’s middags vaart zet achter de verhoren en getuigenissen, om avondzittingen te voorkomen. Het proces, dat 1 maart is begonnen, heeft inmiddels tien dagen vertraging.
Dinsdag was de dag van het getuigenis van de twee meisjes die in 1996 door Dutroux werden ontvoerd en misbruikt, Sabine Dardenne en Laetitia Delhez. Sabine voerde een heftige woordenwisseling met Dutroux. Beide meisjes weigerden excuses van Dutroux en diens vrouw Michelle Martin te aanvaarden.
Sabine vroeg Dutroux waarom hij haar niet had doorgegeven aan het pedofielennetwerk waar hij tijdens het proces steeds naar verwijst. Hij antwoordde dat hij niet wilde dat zij net als An en Eefje zou sterven. Daarop merkte het meisje cynisch op dat zij hem zeker dankbaar moest zijn.
Sabine verweerde zich heftig tegen de suggestie van Dutroux dat zij medeverantwoordelijk was voor de ontvoering van Laetitia Delhez. Dutroux zei dat Sabine, die toen twaalf was, hem twee maanden aan zijn hoofd had gezeurd om gezelschap en hem zelfs adressen van een paar van haar vriendinnetjes had gegeven. Daarop vroeg de nu twintigjarige Sabine de rechter vertwijfeld of de man niet het zwijgen kon worden opgelegd.
Dutroux’ advocaat Ronny Baudewyn zei dat hij vaak net zo verontwaardigd is als de slachtoffers door wat Dutroux er allemaal uitkraamt. „U kunt zich niet voorstellen hoe kwaad ik me soms voel”, zei hij op de radio. „En ik verzeker u dat ik hem dat ook laat weten.” Het is moeilijk respect op te brengen voor iemand die heeft gedaan wat Dutroux heeft gedaan, „alleen al de feiten die hij heeft bekend”, zei Baudewyn.
Dutroux ontvoerde Sabine op 28 mei 1996 en heeft toegegeven haar in de 81 dagen dat hij haar gevangen hield, regelmatig te hebben misbruikt. Hij zei de nu 22-jarige Laetitia Delhez te hebben ontvoerd in opdracht van zijn medeverdachte Michel Nihoul en haar bij Sabine in de kelder te hebben opgesloten opdat die niet zo alleen zou zijn.
Laetitia vertelde op het proces over haar ontvoering en het zes dagen durende verblijf in het huis van Dutroux. Ze werd op 9 augustus in Bertrix ontvoerd toen ze van het zwembad naar huis terugkeerde. Ze werd verdoofd en in het huis van Dutroux in Marcinelle op een stapelbed vastgeketend. Al op de eerste dag vergreep Dutroux zich aan het 14-jarige meisje, waarna hij vroeg of het pijn had gedaan.
Enkele dagen later werd Dutroux gearresteerd en op 15 augustus werden de twee meisjes uit hun kerker bevrijd. Laetitia beweert flarden van drie telefoongesprekken te hebben opgevangen waarin Dutroux de naam Michel en Jean Michel -de roepnaam van medeverdachte Michel Nihoul- noemt. De 62-jarige Nihoul staat terecht wegens de ontvoering en het gegijzeld houden van Laetitia.
De andere slachtoffers van Dutroux -Julie Lejeune (8), Melissa Russo (8), Eefje Lambrecks (19) en An Marchal (17)- zijn in 1996 om het leven gebracht. De twee jongsten stierven de hongerdood in Dutroux’ kelder. De dood van de vier meisjes is Dutroux niet ten laste gelegd.
De voorzitter raakte later op de dag ook in een kritische woordenwisseling met Jean-Denis Lejeune, de vader van het vermoorde meisje Julie. De vader vond dat de voorzitter Marc Dutroux niet hard genoeg had ondervraagd. Lejeune vindt dat daardoor vele vragen over de dood van zijn dochter onbeantwoord zijn gebleven: „We draaien maar wat in het rond”, zei hij. De voorzitter antwoordde dat de beschuldigden in België het recht hebben om de waarheid niet te vertellen. Volgens hem hangt het in de zaak-Dutroux erg van de verdachten af of ze de waarheid willen vertellen. Veel bewijs is namelijk gebaseerd op hun verklaringen.