Muziek

Winnen improvisatieconcours Haarlem geen eindstation voor Geerten Liefting

„Een bekroning van hard werken? Nee, daarvoor zie ik nog te veel verbeterpunten bij mijzelf.” Geerten Liefting won in juli het gerenommeerde Internationaal Orgelimprovisatieconcours Haarlem. Hij kijkt met bescheidenheid terug op het „mooie” moment. „Ik was niet ontevreden.” Portret van een hervormde jongen in roomse dienst.

Gert de Looze

2 September 2016 20:52Gewijzigd op 16 November 2020 06:10
Geerten Liefting won deze zomer het Internationaal Orgelimprovisatieconcours Haarlem. „Om goed te kunnen improviseren moet je vooral veel uren maken.” Zelf improviseert hij veel tijdens de diensten in de St.-Bonaventurakerk in Woerden. Onder andere op het
Geerten Liefting won deze zomer het Internationaal Orgelimprovisatieconcours Haarlem. „Om goed te kunnen improviseren moet je vooral veel uren maken.” Zelf improviseert hij veel tijdens de diensten in de St.-Bonaventurakerk in Woerden. Onder andere op het

Een concours is een zenuw­slopende bedoening, ervaart Geerten Liefting (1983) iedere keer weer. Hij kampt dan met veel stress. Desondanks won hij vorig jaar in Duitsland een improvisatie­concours en werd hij dat jaar twee keer tweede in respectievelijk Frankrijk en Luxemburg.

In juli deed hij een gooi naar ‘Haarlem’, het tweejaarlijkse improvisatieconcours waar hij in 2014 en in 2012 niet de finale haalde. „Ik vond het best link om mee te doen. Als je er weer voor de finale uit ligt, is dat natuurlijk geen reclame”, bekent hij eerlijk tijdens het gesprek op zijn werkplek, de St.-Bonaventurakerk in Woerden.

Het winnen van een improvisatieconcours komt iemand niet aanwaaien, weet Liefting uit ervaring. „Of het een kwestie van hard werken of van talent is? Je moet natuurlijk wat talent hebben, maar het is belangrijker dat je hard hebt gestudeerd en veel kennis uit partituren hebt opgedaan. Niet kort voor de wedstrijd, maar van jongs af aan. Speeltechnisch mogen er geen belemmeringen zijn en organisatietalent komt goed van pas.”

Dat hij in Haarlem op vijf thema’s van de Nederlandse componist Peter Adriaansz moest improviseren, vond de organist een lastige klus. „De thema’s waren snel, aan de lange kant, ritmisch complex en voorzien van veel voorschriften. Dat prikkelt de creativiteit niet echt. Ik heb het onder andere gezocht in eigen­zinnige registraties.”

Ook de tweede finaleopdracht, improviseren bij een stomme film van een kwartier, bezorgde Liefting de nodige hoofdbrekens. „De film gaat vooral over regen. Een draak, een achtervolging, verliefdheid of paniek –waar je als improvisator veel mee kunt doen– ontbraken. Om goed voor de dag te komen, heb ik gezocht naar aanknopingspunten om te variëren. Bijvoorbeeld schaduw, of het moment dat de camera inzoomt. Ook probeerde ik structuur in mijn improvisatie aan te brengen door met duidelijke thema’s te werken die na verloop van tijd weer terugkeerden.”

Veel Bach

Liefting groeide op met muziek. „Mijn moeder was organiste en had destijds les van de Utrechtse organist Piet van der Steen. Thuis stond vaak orgelmuziek op, vooral Bach. We woonden toen in Nijkerk. In de Grote Kerk hangt een prachtig Van Deventerorgel uit 1756, een instrument waar ik al snel verliefd op werd.”

Thuis probeerde de jonge Geerten de psalmen die hij in de kerk hoorde en de liederen die hij op school leerde na te spelen. „Ik was daar dagelijks uren mee bezig. Mogelijk improviseer en componeer ik daarom graag. Sowieso vind ik het heerlijk om iets te maken en om te fantaseren over van alles en nog wat.”

De musicus somt meer redenen op waarom hij componeert. Tijdens zijn studie ging het hem tegenstaan om enkel muziek van anderen te spelen. De enthousiaste ontvangst van het examenstuk dat hij moest schrijven in het kader van zijn studie kerk­muziek in Utrecht stimuleerde om met componeren door te gaan. „Daarnaast is vrijwel alle orgelmuziek een keer op cd gezet. Wie zit er te wachten op de zoveelste Vierne-cd? Aan nieuwe muziek is daarentegen altijd behoefte.”

Liefting componeert veel voor koren, maar ook voor ensemble, piano en orkest. Nadat hij in 2013 het Hinsz Compositieconcours Bovenkerk Kampen won, nam het componeren een hoge vlucht. Tegenwoordig werkt hij voornamelijk in opdracht, onder andere voor de stichting Ars Musica en voor de Kathedrale Basiliek Sint-Bavo in Haarlem. In deze kerk ging in juli zijn halfuur durende mis voor twee koren en twee orgels in première.

„Het gregoriaans vormt veelal de basis voor mijn werken”, zegt de componist. „Soms hoor je akkoorden die niet alledaags zijn, maar met de moderne, wat in de volksmond piep-en-knarsmuziek heet, heb ik niks.”

Spannende combinatie

De in Houten woonachtige musicus is sinds 2007 als dirigent en organist verbonden aan de rooms-katholieke St.-Bonaventurakerk in Woerden. Wat doet een hervormde jongen in rooms-katholieke dienst? „Tijdens de studie kerkmuziek kwam ik in aanraking met het Liedboek voor de kerken en met het fenomeen cantorij. Dat was een openbaring. In die tijd ging ik aan de slag in een Samen-op-Weggemeente in Krimpen aan den IJssel waar de liturgie veel aandacht kreeg. Op den duur verlangde ik naar een groter instrument dan het orgel dat ik bespeelde, een zeven stemmen tellende instrument van Van Vulpen. Daarnaast groeide mijn passie voor het gregoriaans en voor de twintigste-eeuwse Franse orgelmuziek.”

De vacature in Woerden wekte Lieftings belangstelling. Ook omdat het een baan van circa tien uur was. Hij werd benoemd, maar bleef lid van de Hervormde Kerk. Een spannende combinatie in zijn ogen. „De gemeente van Woerden is sterk vergrijsd. De protestantse wereld is voor veel leden van de parochie volslagen onbekend. Dit levert boeiende gesprekken op.”

Of hij nooit eens zijn wenkbrauwen fronst? „Er zijn wat het geloof betreft meer overeenkomsten dan verschillen. Om te kunnen functioneren, hoef je het als organist niet overal mee eens te zijn. De St.-Bonaventura staat in tegenstelling tot veel rooms-katholieke kerken onder de grote rivieren niet vol met heiligen­beelden, en de naam van Maria valt niet vaak in Woerden. Wel wordt in augustus het feest van Maria-Tenhemelopneming gevierd en klinkt er regelmatig het ”Ave Maria” en ”Salve Regina”.”

Poëtisch

Liefting kan in Woerden zijn ei goed kwijt. „Het hoofd- en transept­orgel van Vermeulen uit de jaren twintig van de vorige eeuw zijn poëtisch van aard. Ik kan mede dankzij de akoestiek van zo’n zeven seconden prachtige sferen oproepen. Tijdens en na de dienst improviseer ik veel. Na de dienst speel ik ook literatuur van componisten als Andriessen, De Klerk, Duruflé, Franck, Vierne en Widor.”

Bij de Franse romantiek en bij begin twintigste-eeuwse werken voelt hij zich als een vis in het water. Dit kleurt ook zijn improvisaties. „Er zit in elke improvisatie iets van mijzelf. Behalve door genoemde organisten laat ik mij graag inspireren door muziek van Alain, Florentz, Messiaen en Tournemire. ”

Tweewekelijks speelt Liefting op zondag in Woerden. Eén keer in de vijf weken vervult hij zijn taak als vesperorganist in de dom in Utrecht, terwijl hij als assistent-organist jaarlijks zo’n dertig diensten in de Rotterdamse Grote of St.-Laurenskerk verzorgt. In de Laurens –waar ’s zondags drie tot vier diensten worden gehouden– beschikt hij over de 85 stemmen tellende vierklaviers reus van Marcussen. „Alles wat ik nodig heb om te improviseren, is aanwezig: strijkers, tongwerken, terts­registers. Het is een fraai instrument, dat mij regelmatig bij de keel grijpt. Het ontbeert wel een setzer waarin je vooraf registraties kunt klaarzetten.”

Kritisch

Wat het winnen van Haarlem hem gaat brengen naast een reeks concerten in binnen- en buitenland, durft Liefting niet te voorspellen. „Het concours heeft een grote naam, maar ik ben de laatste die denkt dat ik gearriveerd ben dankzij het behalen van deze prijs. De reis gaat verder. Ik hoop mij tot het eind van mijn leven te ontwikkelen. In improviseren kun je blijven groeien.”

Als kind was de musicus al uitermate precies en kritisch. „Ik moest voor mijzelf elk stuk het beste van iedereen kunnen spelen. Bij iedere noot kon ik een verhaal houden over het hoe en waarom van mijn interpretatie. Mijn partituren staan dan ook vol met teksten, puntjes, cirkels en strepen. Soms studeerde ik een week op één maat om die steeds mooier te krijgen.”

Ook aan het eind van het gesprek valt aan Lieftings gezicht nauwelijks af te lezen wat de winst in Haarlem met hem heeft gedaan. „Natuurlijk ben ik blij dat de jury mij unaniem de prijs heeft toegekend. Dat was een mooi moment. En verder? Ik ben niet zo uitbundig. Nooit geweest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer