Apple verliest op rood Wall Street
De aandelenbeurzen in New York staan dinsdag licht in de min. Het aandeel Apple verloor nadat de Europese Commissie bepaalde dat de Ierse fiscus 13 miljard euro van het technologiebedrijf moet terugvorderen. Verder verwerken beleggers onder meer cijfers over het consumentenvertrouwen en de huizenmarkt in de Verenigde Staten.
De leidende Dow-Jonesindex stond omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,3 procent lager op 18.447 punten. De brede S&P 500 daalde 0,2 procent tot 2175 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq zakte eveneens 0,3 procent aan tot 5219 punten.
Apple leverde 0,8 procent van zijn waarde in. Volgens Brussel heeft Apple jarenlang geprofiteerd van ongeoorloofde staatssteun van Ierland. Het bedrijf hoefde substantieel minder af te dragen dan andere bedrijven. Apple heeft aangegeven niets te begrijpen van het besluit. Ierland is het er ook mee oneens en gaat in beroep.
Beleggers straften de mislukte overname van Hershey af. De chocoladefabrikant ging ruim 11 procent onderuit. De Amerikaanse levensmiddelengigant Mondelez steeg 3,7 procent in waarde op het nieuws dat de maker van onder meer Oreo-, Lu- en Tuc-koekjes en chocolade van Milka en Côte d’Or zijn poging om Hershey in te lijven staakt.
United Continental steeg 8,1 procent. Het luchtvaartbedrijf heeft Scott Kirby geposteerd in de top van het bedrijf. Kirby maakt per direct de overstap van concurrent American Airlines.
Het aandeel Potash steeg 11,7 procent nadat berichten naar buiten kwamen dat de kunstmestfabrikant werkt aan een fusie met Agrium. De samenwerking, waarmee de Canadese bedrijven sterker willen staan tegen dalende prijzen en teruglopende uitgaven bij boeren, zou volgende week al kunnen worden aangekondigd. Agrium won 6 procent.
G-III Apparel, eigenaar van de merken Calvin Klein en Tommy Hilfiger, ging met ruim 18 procent onderuit na een verlaging van de omzet- en winstverwachting. Ook kledingketen Abercrombie & Fitch kreeg klappen op de beurs na presentatie van tegenvallende vooruitzichten. Het aandeel werd ruim 21 procent minder waard.
De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 1 procent tot 46,49 dollar. Brent werd 1,6 procent goedkoper bij 48,44 dollar per vat. De euro was 1,1147 dollar waard, tegen 1,1149 dollar bij het slot van de Europese beurzen.