Economie

Melkveehouder Van Woudenbergh: „Vanwege de zuivelcrisis maken we nu extra boerenkaas”

De melkveehouderij en kaasmakerij van de familie Van Woudenbergh in Breukelen ligt als een eiland te midden van de weilanden langs de Vecht. Langs de oprijlaan grazen zwartbonte koeien. Achter een bosrand zie je de torens van Kasteel Nijenrode, thans universiteit.

29 August 2016 20:41Gewijzigd op 16 November 2020 06:05
Vader Dick van Woudenbergh (54) en zijn zoons  Gerrit (16) en Tim (23) met een boerenkaas van 150 kilo, speciaal gemaakt voor de Woerdense graskaasdag in juni.  beeld Sjaak Verboom
Vader Dick van Woudenbergh (54) en zijn zoons Gerrit (16) en Tim (23) met een boerenkaas van 150 kilo, speciaal gemaakt voor de Woerdense graskaasdag in juni.  beeld Sjaak Verboom

Ooit hoorde de boerderij, die toen nog de naam Groot Vecht en Rhijn droeg, bij het landgoed. In 1857 kocht Reijer van Woudenbergh, afkomstig uit Driebergen, voor 24.000 gulden de boerderij met 24 hectare grond. En sindsdien is die in bezit van de familie gebleven. Tegenwoordig zwaaien Dick van Woudenbergh (54) en zijn vrouw Marry (52) er de scepter. „Wij zijn de zesde generatie die hier boert.”

In het voorhuis, waar de ouders van Dick na hun pensionering bleven wonen, wordt het familiearchief bewaard. Met gepaste trots laat de boer vergeelde 19e-eeuwse koopakten zien, stille getuigen van de ondernemingslust van zijn voorvaderen. Bij elke akte heeft hij wel een verhaal.

Aanvankelijk strekte het land zich tot 1400 meter achter de boerderij uit, maar het raakte later doorsneden door de spoorlijn Amsterdam-Utrecht, het Amsterdam-Rijnkanaal en de A2. Door ruiling en compensatie kregen de Van Woudenberghs er aan de ‘goede’ kant van het kanaal percelen bij, de grond aan de andere kant deden ze van de hand.

Tegenwoordig telt de boerderij ruim 80 hectare grasland. De familie houdt 170 koeien, die samen jaarlijks pakweg 1,2 miljoen liter melk produceren. De meeste melk wordt op de boerderij verkaasd, zo’n 20 procent gaat naar zuivelonderneming Vreugdenhil.

Zelf kaas maken is arbeidsintensief, maar daar staat tegenover dat het extra rendement oplevert. Het helpt Van Woudenbergh om de huidige crisis in de zuivelsector het hoofd te bieden. Waar veel van zijn collega’s die al hun melk aan de fabriek leveren al geruime tijd onder de kostprijs werken, weet hij nog een redelijke boterham te verdienen. „We zijn juist extra kaas gaan maken. Een paar jaar geleden ging 40 procent van onze melk naar de fabriek.”

De boerenkaas wordt onder het eigen merk ”Polder Nijenrode” verkocht. Van Woudenbergh heeft zich gespecialiseerd in zwaardere kazen, van 60 kilo, die vooral aftrek vinden bij speciaalzaken. „Standaardkazen zijn 16 tot 20 kilo zwaar. Onze afnemers willen liever grote kazen want dan heb je minder korstverlies”, zegt de ondernemer.

In de kaasmakerij ligt één extreem grote houten kaaskuip. „Daarmee kunnen we kazen van 150 kilo maken. We hebben hem in 2007 gekocht, toen we ons 150-jarig bestaan vierden. Eén keer per jaar maken we er een kaas mee, die op de graskaasdag in Woerden bij opbod wordt verkocht voor een goed doel.”

Boerenkaas wordt gemaakt van rauwe, ongepasteuriseerde melk. Uiteraard moet die melk van topkwaliteit zijn. Er wordt intensief gecontroleerd op onder meer de aanwezigheid van schadelijke bacteriën. „Als bepaalde gehaltes te hoog zijn, moet de kaas vernietigd worden. Gelukkig komt dat bijna nooit voor.”

Een bedreiging voor het familiebedrijf is de oprukkende verstedelijking. Met de regelmaat van de klok staan er projectontwikkelaars op de stoep met aanlokkelijke biedingen. Tot nu toe heeft Van Woudenbergh die steeds afgewezen. „Als we zouden verkopen, krijgen we een prijs waarvoor we elders in het land misschien twee boerderijen kunnen terugkopen. Maar dit is de plek waar we ons thuis voelen, hoewel we weten dat niets hier blijvend is.”

Intussen beseft Van Woudenbergh dat de aantrekkelijke locatie de opvolging wel degelijk in gevaar kan brengen. „Het verschil tussen de vrije waarde en de agrarische waarde wordt te groot. We willen niet dat onze andere kinderen zich tekortgedaan voelen als we het bedrijf doorschuiven naar de opvolger.”

Het echtpaar heeft zeven kinderen. De beoogde opvolger is Gerrit (16), die in Barneveld een deeltijdopleiding veehouderij volgt en daarnaast op de boerderij werkt. Ook de oudste zoon, Tim (23), wil boer worden. Hij werkt als zzp’er buitenshuis maar is inmiddels bezig met het opbouwen van een eigen veestapel in een gehuurde stal. Van Woudenbergh: „Voor hem zoeken we een tweede boerderij, liefst hier in de omgeving.”


Bedrijf: melkveehouderij

Opgericht in: 1857

Aan het roer: Dick en Marry van Woudenbergh


Dit is het tiende en laatste deel in een serie over familiebedrijven.

Meer over
Familiebedrijven

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer