Ezau had veel, Jakob had alles
Ezau had veel, Jakob had alles. Ds. B. Labee overdacht met de studenten van het Hoornbeeck College het verschil tussen deze twee broers tijdens de jaaropening voor de leerlingen van de Rotterdamse vestiging.
De jaaropening werd maandagmiddag gehouden in de Bethelkerk te Ridderkerk. De predikant van de gereformeerde gemeente te Veenendaal riep de studenten ertoe op zich in het gebed voor te bereiden op het nieuwe schooljaar, zoals Jakob zich voorbereidde op de ontmoeting met Ezau. „Na twintig jaar zullen de broers elkaar weer zien. Jakob vreest. Hij stuurt grote geschenken vooruit, deelt zijn familie zorgvuldig in zodat degenen die hem het liefst zijn achteraan zullen komen in een eventueel gevecht. ’s Nachts heeft hij een bange worsteling in Pniël. Maar wat valt het mee als hij Ezau ontmoet. Aan die meevaller is een zware strijd voorafgegaan. Als jij het nieuwe schooljaar denkt te kunnen beginnen zonder gebed, dan valt het niet mee. Maar ga je het biddend in, dan mag je het van de Heere verwachten.”
Koninkrijk
Ds. Labee liet zien dat het verschil tussen Ezau en Jakob niet alleen uiterlijk is. „Ezau heeft veel. Hij heeft meerdere vrouwen, een groot nageslacht, een riante veestapel, en daar komt het geschenk van Jakob nog bij. Maar hij had niet genoeg om voor God te bestaan. Ezau bouwt alleen aan zijn eigen koninkrijk. Hij heeft nooit bedacht dat het erom gaat: „Uw Koninkrijk kome.” Denk jij daar wel aan, met al de gaven die je van de Heere gekregen hebt?” zo vroeg ds. Labee de studenten.
Jakob was net als Ezau een zondaar. Maar het grote verschil tussen de twee broers is Gods genade, aldus de Veenendaalse predikant. „Jakob leefde van Gods genade. Dat maakte hem rijk. Daardoor was hij veilig in het heden en wachtte hem een gelukkige toekomst. Als je kijkt naar zijn leven dan was dat ogenschijnlijk niet rijk gezegend. Hij ging mank. In zijn tent was altijd die strijd tussen Lea en Rachel. Zijn kinderen leefden zeker niet voorbeeldig. Maar hij heeft God tot zijn deel.”
Reis
Na de ontmoeting gaan beide broers huns weegs. Ds. Labee vroeg de studenten: „Hoe ga jij je weg? Reis je veilig? Kun je al je zorgen, maar vooral je zondenood, kwijt aan God? Ik heb een vreemde wens: dat je zult vastlopen. Dat je vast zult lopen met je zonde, en dat je ontdekt: ik kan niet buiten Christus. „Zalig hij die in dit leven Jakobs God ter hulpe heeft.””
Drs. A. G. Blonk, voorzitter van het directieteam, ging in zijn toespraak in op het thema ”Heb je alles?” „Die vraag zul jij jezelf wel eens stellen voordat je naar school gaat. Heb je je lunch, je boeken en andere benodigdheden bij je? Toch wil ik je vragen om nog vier andere dingen in je tas te doen. Zorg dat je een antenne bij je hebt. Dat betekent: wees alert op het gif dat de duivel rondstrooit, soms in een schijnbaar onschuldig filmpje. Neem ook een spiegel mee. Als je met jezelf geconfronteerd wordt, leer daar dan van. Als ouders of leraren je corrigeren, gebruik hun adviezen. En laten ook de Tien Geboden en je gebed werken als een spiegel. Vergeet verder je klok niet. Weet in welke tijd je leeft en wees bereid om te sterven. En zorg als laatste dat je een kompas bij je hebt. Laat de Bijbel het richtsnoer van je leven zijn. Het Woord dat je vertelt dat je gewassen kunt worden van je zonden.”