Dijkgraaf na bezoek Ethiopië: Handel en hulp combineren werkt
SGP-Kamerlid Dijkgraaf bracht een kleine week door in Ethiopië. Hij zag er dat het beleid van minister Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking), die handel en hulpverlening samen laat gaan, wérkt. „Als Nederlandse bedrijven zich daar vestigen, blijven zij er vaak vele jaren. Die continuïteit is van grote waarde.”
Dijkgraaf deed al heel wat plekken in de wereld aan. Maar in Afrika was hij –hoewel hij sinds een klein jaar de portefeuille ontwikkelingssamenwerking beheert– nog nooit geweest. Daar kwam verandering in toen hulporganisatie Woord en Daad hem recent vroeg mee te gaan op een reis naar Ethiopië, om daar van dichtbij kennis te maken met diverse vormen van ontwikkelingshulp. Het SGP-Kamerlid, dat zaterdag weer in Nederland terugkeerde, stak er, zegt hij, veel van op.
Wat zoal?
„Een van de ideeën van minister Ploumen is dat zij hulpverlening aan arme landen wil combineren met handeldrijven. In Ethiopië zag ik dat dit inderdaad werkt. Hier zijn zo’n tachtig Nederlandse bedrijven actief. Wat zij aan de opbouw van het land bijdragen, is vaak blijvender dan allerlei oude vormen van ontwikkelingshulp: als we de ergste nood gelenigd hadden, vertrokken we weer en werd alles weer zoals het was.
Diverse Ethiopiërs, waaronder enkele staatssecretarissen, smeekten ons deze week om deze vorm van hulp, namelijk in combinatie met handel, voort te zetten.”
Noemt u eens een voorbeeld.
„Een van de Nederlandse bedrijven die in Ethiopië werkt, is Holland Dairy. Dit zuivelbedrijf produceert melk en kaas en neemt daartoe melk af van Ethiopische boeren. Ook van heel kleine boeren. Zo waren wij deze week in een eenvoudige nederzetting waar boeren maar twee of drie koeien bezitten. Met geld van Woord en Daad is er een inzamelpunt gecreëerd, waar die boeren in kannen hun melk naartoe kunnen brengen en waar Holland Dairy het op komt halen. Wij spraken een gezinnetje dat vroeger amper rond kon komen, maar dat nu drie keer het minimumloon verdient. Een zoontje van tien kan nu eindelijk naar school.
Daar komt bij dat de Nederlandse ambassade deze boeren leert beter met hun koeien om te gaan, zodat ze meer melk geven. En dat een Nederlandse fabriek veevoer levert voor tijden van schaarste.”
Daar moeten dan wel veel instanties voor samenwerken.
„Wat ik de minister dit jaar in Kameroverleggen ga voorhouden, is dat er meer geïnvesteerd moet worden in een goede aanpak van de hele keten. Met name de financieringsmogelijkheden zijn problematisch. Die kleine boer die ik noemde wil doorgroeien, maar de financiële sector in Ethiopië zit behoorlijk op slot. Daar komt bij dat al het land hier eigendom van de overheid is, dus dat kan voor een boer geen onderpand vormen.
Ik wil me ervoor inzetten om het mogelijk te maken dat NGO’s een garantiefonds vormen, zodat kleine ondernemers toch leningen kunnen afsluiten.”
Dus ontwikkelingshulp met handel combineren is het ei van Columbus?
„Zo sterk zou ik het niet willen zeggen. Want boeren die ergens in het bergland, ver van de steden af wonen, bereik je met deze aanpak niet. Ook oude vormen van ontwikkelingssamenwerking blijven nodig. Het is wat mij betreft én én.”
In hoeverre moet je als westers land hulp verlenen aan naties die het met de democratie niet zo nauw nemen? In Ethiopië zijn onlangs nog 104 demonstranten van een minderheidsgroepering gedood.
„Dat blijft lastig. Het land heet een democratie, maar kent in de praktijk een eenpartijregering. In de regio Oromia, waar wij waren, was een dag lang alle telefoonverkeer afgesloten. Zoiets doet de regering om onrust de kop in te drukken; zo kunnen ontevredenen niet met elkaar communiceren. Maar er zijn in dit land ook krachten die de democratie echt willen versterken. Moet je die dan in de steek laten?”