Vanunu komt na 18 jaar vrij
Na achttien jaar cel komt woensdag Mordechai Vanunu op vrije voeten. Vanunu is de man die de nucleaire geheimen van Israël in 1986 in een Britse zondagskrant onthulde. Nog steeds beschikt Vanunu over geheime informatie die hij nog niet heeft prijsgegeven. Dat heeft het Israëlische ministerie van Defensie dinsdag laten weten.
Het ministerie stelde dinsdag dat als Vanunu opnieuw uit de school klapt, dit schadelijk is voor de staatsveiligheid van Israël. Daarom is Vanunu een reeks restricties opgelegd. Zo mag hij een jaar lang Israël niet verlaten, geen contact met buitenlanders hebben en niet over zijn werk praten.
Andere beperkingen zijn ingetrokken omdat ze juridisch niet deugden. Zo mag hij toch spreken over zijn ontvoering in Rome in 1986 door de Israëlische geheime dienst. Ook het verbod om in de buurt van ambassades te komen is opgeheven; hij mag ze echter niet betreden.
De 49-jarige Vanunu deed in 1986 voor de Britse krant The Sunday Times uit de doeken hoe de nucleaire centrale in Dimona, in de Negev-woestijn, functioneerde. Hij moest zijn indiscretie over de nucleaire activiteiten van Israël bekopen met achttien jaar celstraf, waaronder elf jaar isoleercel. Zijn verhaal was vooral een blamage voor de geheime diensten van de Joodse staat.
De primeur van The Sunday Times bracht aan het licht wat al lang een publiek geheim was: Israël bezit nucleaire wapens. Vooral het feit dat de krant het zo gedetailleerd naar buiten kon brengen, was voor velen een verrassing. In het artikel werd de hele werking en structuur van de nucleaire centrale in Dimona uit de doeken gedaan, inclusief foto’s.
Hoe had dit de vermaarde Israëlische veiligheidsdiensten kunnen overkomen? Veel blunders lijken vooraf te zijn gemaakt. Vanunu stond bekend als extreem links, hij protesteerde tegen de Israëlische inval in Libanon en sprak zich uit tegen het nucleaire beleid van Israël. De inlichtingendiensten hielden hem zelfs in de gaten.
Mordechai Vanunu werd op 13 oktober 1954 geboren in een orthodox-Joods gezin in Marokko. De familie emigreerde in 1963 naar Israël. Hier volgde hij tot zijn zeventiende onderwijs aan een talmoedschool, maar keerde die de rug toe om in het leger te gaan dienen. Na zijn diensttijd studeerde hij wis- en natuurkunde aan de universiteit van Tel Aviv.
Hij moest de universiteit wegens financiële problemen verlaten en keerde terug naar het ouderlijk huis in Beersheva. Hier hoorde hij in de zomer van 1976 over de carrièremogelijkheden bij het nucleair onderzoekscentrum in Dimona, in de zuidelijke Negev. Na een serie vraaggesprekken en tests werd hij daar aan het eind van dat jaar aangenomen.
Hij kreeg de baan ondanks het feit dat hij een paar jaar eerder was afgewezen voor een functie bij de Shin Bet, de binnenlandse veiligheidsdienst. Volgens het Israëlische dagblad Ha’aretz was in zijn persoonlijk dossier in Dimona de reden voor de afwijzing opgenomen. Desondanks werd niet besloten om contact op te nemen met de Shin Bet.
Vanunu werkte hierna negen jaar als technicus in Dimona. Zeker in de eerste jaren was iedereen tevreden over hem, maar dit veranderde begin jaren tachtig, nadat hij geografie en filosofie was gaan studeren aan de universiteit in Beersheva. Hij zette zich hier in voor de rechten van Arabische studenten en protesteerde tegen de inval in Libanon.
Deze activiteiten leidden ertoe dat ergens in 1982 zijn werkgever de Shin Bet inschakelde om Vanunu in de gaten te houden. De dienst ondervroeg hem zeker twee keer en herinnerde hem aan zijn geheimhoudingsplicht. De zaak liep mis toen personeelszaken hem in de zomer van 1985 op de hoogte stelde van een overplaatsing.
Vanunu vermoedde, aldus de krant Ha’aretz, dat het besluit politiek gemotiveerd was en liet weten ontslag te willen nemen. Beide partijen werden het al snel eens over een regeling en in oktober kreeg Vanunu ontslag. Dit was in strijd met instructies van de Shin Bet. Die wilde hem juist zo lang mogelijk in de gaten kunnen houden. Kort daarop vertrok Vanunu naar Thailand.
Later reisde hij door naar Australië. In Sydney bekeerde hij zich tot het christelijk geloof en werd hij lid van de Anglicaanse Kerk van priester John McKnight. In deze kringen kwam hij in contact met Oscar Guerrero, die hem overhaalde zijn verhaal aan de media te slijten. Het weekblad Newsweek had geen belangstelling, maar The Sunday Times toonde interesse.
Zodra de Israëlische autoriteiten hiervan op de hoogte kwamen, probeerden ze Vanunu op te sporen. Het was echter al te laat. Op 5 oktober 1986 publiceerde de krant Vanunu’s verhaal. De Israëlische inlichtingendiensten zetten hun werk voort en spoorden Vanunu op. Een vrouwelijke agente lokte hem naar Rome, waarna hij per boot naar Israël werd gesmokkeld.
Vanunu werd veroordeeld wegens hoogverraad en spionage. De inlichtingendiensten hebben hun falen nooit aan een grondig onderzoek onderworpen.
Vanunu komt nu vrij, maar zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt. De Israëlische regering is nog steeds bang dat hij een bedreiging vormt voor haar gekoesterde nucleaire geheimen.