Gastkind Marike heeft duwtje in de rug nodig
Drie maanden per jaar logeert Marike (14) uit Oekraïne bij de Rijssense familie Kardux. Het meisje zou best naar Nederland willen verhuizen.
Een gezellige boel is het, voor de tent van de familie Kardux. Moeder Jorike (37) serveert fris, koffie en gebak, op deze winderige augustusdag op een boerencamping in het Zeeuwse Aagtekerke. Ook gastkind Marike smikkelt van een lekkere koek. Het meisje zegt niet veel. Maar als haar gastvader Hans (37) met een knipoog vertelt dat Marike in Rijssen niet alleen vriendinnetjes, maar ook vriendjes heeft, veert het kind op. „Ohhh!” roept ze, verontwaardigd en verlegen tegelijk.
Zussen
In 2008 logeerde Marike voor het eerst drie weken bij de familie Kardux. Toen ging dat nog via de stichting Europa Kinderhulp. Inmiddels halen de Rijssenaren sinds enkele jaren zelf het Oekraïense meisje naar Nederland. Ze woont dan in de maanden juni, juli en augustus bij de familie. Vader en moeder, beiden werkzaam in het reformatorisch onderswijs, hebben zelf vier kinderen: Anne (14), Jan (12), Henri (9) en Marten (6).
Marike hoort er helemaal bij. Vader: „Soms vragen mensen: „Vind je het wel leuk om drie maanden een vreemde in huis te hebben?” Maar zo voelt dat voor ons helemaal niet.” Moeder: „Onze dochter Anne en Marike gaan als zussen met elkaar om.”
Potkacheltje
De Rijssense familie wil anderen laten delen in de „overvloed.” Moeder: „Marike komt uit een arm gezin. Dat woont in Oekraïne, vlak bij de grens met Hongarije. Thuis zijn er allerlei problemen. Een paar jaar geleden zijn we daar op bezoek geweest. Met een potkacheltje moesten ze het huis warm zien te houden.” Dochter Anne: „Wij hebben hier in Nederland best veel, zij hebben daar heel weinig.”
Niet alleen in de drie zomermaanden, ook op andere momenten in het jaar heeft de familie Kardux contact met Marike. Via een jaarlijkse appeltaartverkoop zamelen de Rijssenaren geld in. Dat is bestemd voor spullen (zoals een laptop) voor Marike, maar ook goederen voor bijvoorbeeld haar familie- of dorpsgenoten in Oekraïne. Moeder: „Het is onze christenplicht om niet alleen voor onszelf te leven. Het geeft voldoening als we foto’s krijgen van oude mensjes uit Oekraïne die dankbaar een voedselpakket in ontvangst nemen.”
De gespannen situatie in Oekraïne, waar pro-Russische rebellen en Oekraïense regeringstroepen elkaar bestreden, trekt ook haar sporen binnen de familie van Marike. Vader Kardux: „Zo kreeg haar vader een oproep om te vechten. Toen we haar familie in Oekraïne bezochten, ontmoetten we een soldaat die een getraumatiseerde indruk maakte.”
Het gastgezin probeert zijn logee de Bijbelse boodschap mee te geven. Moeder: „We gebruiken daarvoor bijvoorbeeld Bijbelse verhalen van Laura Zwoferink en C. van Rijswijk. Anne en Marike nemen ’s avonds samen een evangelisatieboekje door.”
Gepest
Moeder, die twee dagen per week lesgeeft in groep 8 van de reformatorische Brekeldschool in Rijssen, probeert het gastkind ook op onderwijsgebied te helpen. In bijvoorbeeld de junimaand gaat het meisje mee de klas in. „Probleem is dat Marike in Oekraïne niet graag naar school gaat. Ze wordt daar gepest, omdat ze uit zo’n armoedig gezin komt.” Vader: „Marike heeft een duwtje in de rug nodig. Veel Oekraïners maken een lamgeslagen indruk, dat heeft te maken met hun communistische verleden. Mensen tonen weinig initiatief. We proberen Marike duidelijk te maken dat je verder komt als je op school je best doet.”
Afscheid
Marike vindt het moeilijk als ze na drie maanden weer afscheid moet nemen. Liever zou ze langer blijven. Misschien wordt ze ooit tolk in Nederland. Of trouwt ze hier. Moeder: „Telkens merk ik hoe belangrijk het is als kinderen thuis liefde en aandacht krijgen. Marike denkt weleens dat het achter iedere voordeur in Nederland gezellig is. We willen haar een realistisch beeld geven; ook hier zijn in veel gezinnen helaas problemen.”
zomerserie Gastgezin
Dit is het achtste deel in een serie over gastgezinnen. Zaterdag deel 9 (slot).