„Tijd nog niet rijp voor wet van Dekker”
„Zet het wetsvoorstel over richtingvrij plannen maar even in de ijskast. Het is incompleet en de tijd is er klaarblijkelijk nog niet rijp voor”, luidt het advies van VGS-bestuursvoorzitter P. W. Moens aan staatssecretaris Dekker van Onderwijs.
Moens reageert op de uitkomsten van een onderzoek dat Verus en VGS lieten uitvoeren naar de tevredenheid van ouders over het scholenaanbod in Nederland.
„Dat ouders tevreden zijn, hadden wij natuurlijk verwacht. Als dat niet zo was hadden wij, en ook andere onderwijsorganisaties, daarover toch al lang signalen uit het veld moeten ontvangen? Maar het hoge aandeel ouders dat tevreden of zeer tevreden is, heeft ons toch nog verrast. Dit bevestigt ons gevoelen dat Nederland, ook in wereldwijd perspectief, over een prachtig stelsel beschikt dat bij ouders tot een nagenoeg maximale tevredenheid leidt.”
Staatssecretaris Dekker zal misschien tegenwerpen: „Van de ouders is 15 procent dus níét tevreden. Voor déze ouders wil ik nu juist de mogelijkheid scheppen om, los van een geloofsrichting, gemakkelijker een nieuwe school te stichten”.
„Ik weet dat er hier en daar fricties zijn. Met name in Amsterdam en Rotterdam zijn er ouders die zich niet kunnen vinden in het bestaande aanbod, die graag zelf een school willen stichten, maar daarin vastlopen.
Maar dat probleem is met een beetje pragmatisme prima binnen ons huidige stelsel op te lossen. Daar hoef je de boel echt niet voor overhoop te halen.
Ons lijkt het zeer onverstandig om, met nieuwe Kamerverkiezingen in aantocht, een nieuw stelstel te gaan optuigen dat in zijn precieze invulling nog zeer incompleet is, waar het onderwijsveld niet op zit te wachten, en waaraan bij de overgrote meerderheid van de ouders geen behoefte bestaat.”
De staatssecretaris laat ook zelf een onderzoek uitvoeren naar de tevredenheid van ouders over het scholenaanbod, namelijk door de universiteit van Maastricht. Had u de uitkomst daarvan niet beter kunnen afwachten?
„In dat onderzoek wordt, voor zover wij weten, ook de vraag meegenomen welke school ouders voor hun kinderen zouden wensen in een fictieve, blanco situatie. Zo’n vraag kan natuurlijk tot heel andere uitkomsten leiden. Maar omdat dát niet het onderzoek was waar de door de Kamer aanvaarde motie-Bisschop om vroeg, hebben Verus en VGS ook zelf een onafhankelijk onderzoek in gang gezet.”
Het onderzoek van TNS-NIPO laat zien dat ouders zich bij het kiezen van een school slechts in beperkte mate laten leiden door geloofsrichting of levensbeschouwing. Bij de keuze voor een school voor voortgezet onderwijs vindt slechts 22 procent van de ouders het een belangrijk criterium of de school veel aandacht heeft voor geloof of levensbeschouwing. Dat resultaat past precies bij de stelling van Dekker: geloofsrichtingen spelen nog amper een rol bij de schoolkeuze.
„Wij hebben nooit ontkend dat de samenleving enorm is veranderd en dat geloof steeds minder bepalend is geworden in maatschappelijke en politieke keuzes van burgers.
Maar dat betekent nog niet dat ouders ontevreden zijn over het bestaande scholenaanbod. Het tweede vloeit niet zomaar direct uit het eerste voort. Dát laat dit onderzoek door TNS-NIPO overduidelijk zien: ouders zijn juist zeer tevreden. Daarom houden wij vast aan onze stelling: ons Nederlandse onderwijsstelsel als zodanig voldoet prima.”