Het centrum van Utrecht staat bol van de eerstejaarsstudenten. Het is hun introductieweek. Sommigen lopen al zelfverzekerd rond, anderen meer twijfelend. Op pleinen doen de stands van Bavariabier en Red Bull goede zaken.

SSR-NU is een traditionele algemeen christelijke studentenvereniging die naar eigen zeggen studenten „zowel diepgang als studentikoziteit, feesten en gezelligheid” wil bieden. De aankomende studenten van SSR-NU, houden ook wel van een bierfeestje. Dinsdagavond was het zover, maar voor het goudbruine vocht rijkelijk stroomt in de sociëteit aan de Oudegracht, bezinnen enkele tientallen studenten zich op de vraag welke invloed het christelijk geloof mag spelen in het publieke domein.

De drie politici in het panel zijn onderwijswoordvoerder van hun fracties, en op die thema’s spitst het debat zich toe. D66-Kamerlid Van Meenen haalt tijdens zijn eerste statement al flink uit naar CDA-Kamerlid Rog. Laatstgenoemde wil extremistische moslimscholen bij voorbaat verbieden. Dat kan volgens Van Meenen niet omdat we in een rechtsstaat leven waarin iedereen gelijke rechten heeft – ook om een school te stichten: „Het CDA speelt in op onderbuikgevoelens.” Rog verwerpt dat verwijt: „Extremistische, salafistische scholen die kinderen gif meegeven en niet aan de onderwijsdoelen voldoen, moeten we verbieden.”

Bruins (CU) neemt een middenpositie in: „Er komt een wet aan die vooraf de onderwijsdoelen van een school toetst. Daar kunnen we dit regelen, maar ik ben wel bezorgd over het hellend vlak. Komt er een tijd dat de overheid zegt dat een reformatorische school maatschappelijk niet wenselijk is?”

Daarna is het de beurt aan Rog om stevig uit te halen naar zijn D66-collega. Mede op initiatief van D66 heeft de Tweede Kamer de subsidie aan de stichting Hart van Homo’s stopgezet; alleen omdat deze stichting seksuele onthouding in een onderwijsmethode als optie noemt. Rog: „Dat is de bijl aan de wortel van de Grondwet. Kennelijk mag alleen de links-liberale visie over homoseksualiteit ruimte krijgen.” Bruins spreekt van „een zwarte vlek” in de onderwijsgeschiedenis. Van Meenen noemt de verwijten onzin. Hij houdt een andere redenering: „Scholen mogen zeggen dat onthouding een optie is, maar de overheid hoeft geen organisaties te subsidiëren die onthouding propageren.”

Dan is het tijd voor bier. De stoelen gaan aan de kant en de tientallen studenten die buiten in de rij staan, mogen ook binnenkomen voor het ‘feest’.