Libië zeer gevaarlijk voor christenen
Libië is vijf jaar na de val van Gaddafi „een van de gevaarlijkste plaatsen ter wereld om christen te zijn.”
De hoop was dat de val van het regime van dictator Gaddafi in 2011 zou leiden tot meer vrijheid voor de christenen in Libië. Het tegendeel is echter het geval. De chaos en anarchie in het Noord-Afrikaanse land zorgen ervoor dat radicale islamitische groepen vrij spel hebben om christenen te vervolgen.
Dat meldde de Amerikaanse nieuwsdienst World Watch Monitor eind vorige week op basis van een recent rapport van Open Doors International. De titel van het rapport is veelzeggend: ”Libya: Freedom of religion in the land of anarchy” (Libië: vrijheid van godsdienst in het land van anarchie).
Vóór de val van Gaddafi leefden er zo’n 380.000 christenen in Libië: 300.000 kopten en 80.000 rooms-katholieken. De meesten van hen waren afkomstig uit Afrikaanse landen beneden de Sahara of Egypte. Ze waren op zoek naar werk of wilden via Libië naar Europa. Echt onbezorgd konden ze onder het regime van Gaddafi niet zijn, maar elke denominatie had in ieder geval het recht om in elke stad ten minste één plek te hebben om samen te komen.
Op dit moment zouden er nog zo’n 25.000 christenen in Libië leven, van wie er slechts 150 uit het land zelf afkomstig zijn. Ze behoren tot ondergrondse huisgemeenten. Hun situatie is de achterliggende jaren sterk verslechterd, vanwege een groeiend klimaat van intolerantie tegenover niet-moslims. De haat komt niet alleen van de kant van militante islamitische groeperingen, ook van de kant van gewone burgers ondervinden de christenen in het dagelijkse leven intimidatie en vervolging.
In het rapport vertelt een 29-jarige Nigeriaan dat hij op straat werd aangevallen door een groep mannen omdat hij een kruis droeg. Hij had dat moeten bedekken. De 26-jarige Egyptische kopt Amgad Zaki viel met anderen in handen van een islamitische groepering. Hun hoofden werden kaal geschoren, terwijl er werd gedreigd met onthoofding. De christenen werden gedwongen hun geestelijk leider, paus Shenuda, te beledigen. Zaki werd meegenomen om een badkamer schoon te maken. „De man duwde mijn hoofd in het toilet en ging boven op me zitten. Ik stierf elke dag. Op een bepaald moment dacht ik dat het beter is dood te zijn dan dit mee te maken. We werden gegeseld, gedwongen onze kleren uit te trekken en om 3.00 uur ’s nachts buiten in de kou te staan met onze voeten op een stenen vloer.”
Open Doors concludeert dat de vervolging van christenen in Libië „zeer ernstig” is. „Het geweld heeft een dusdanig niveau bereikt dat Libië vandaag de dag kan worden beschouwd als een van de gevaarlijkste plaatsen ter wereld om christen te zijn.” Volgens de organisatie kan de situatie alleen verbeteren als de politieke situatie in het land verbetert. Ze spreekt de hoop uit dat de regering van nationale eenheid die in januari is gevormd in staat zal zijn de orde in het land te herstellen.