VS bedacht op aanslagen voor verkiezingen
De Amerikaanse autoriteiten zijn bedacht op terroristische aanslagen vóór de presidentsverkiezingen in november. „Terroristen zullen waarschijnlijk hun kans willen wagen om de verkiezingsuitslag te beïnvloeden, zoals dat vorige maand in Spanje gebeurde”, aldus nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice zondagmorgen in het televisieprogramma ”Fox News Sunday”.
Rice volgt hier de lijn van president Bush en diens Republikeinse vrienden, die de Spanjaarden er vorige maand van beschuldigden te zijn „gezwicht” voor de terreurdreiging. Drie dagen na de aanslagen in Madrid, die het werk waren van extremistische moslims, kozen de Spanjaarden de socialist Zapatero tot nieuwe premier. Zapatero had tijdens de verkiezingen beloofd de Spaanse troepen uit Irak te zullen terugtrekken. In Washington sprak men naderhand van „politieke chantage.”
Het Spaanse electoraat zwichtte echter niet voor terreur, maar strafte de Partido Popular van premier Aznar af, omdat die de aanslagen onmiddellijk toeschreef aan de Baskische afscheidingsbeweging ETA zonder dat daarvoor voldoende aanwijzingen waren. Aznar wilde hiermee camoufleren dat de aanslagen mogelijk een vergelding waren voor zijn steun aan de Amerikaanse invasie van Irak, die door een overgrote meerderheid van zijn landgenoten werd veroordeeld.
Rice maakte van haar optreden zondag verder gebruik om het nieuwste boek van Bob Woodward te bekritiseren. In dit boek onthult Woodward dat president Bush al in november 2001 aan minister van Defensie Rumsfeld opdracht gaf om invasieplannen voor Irak te ontwikkelen. Begin januari 2003 stond voor Bush vast dat hij Irak zou binnenvallen, waarbij de vermeende aanwezigheid van massavernietigingswapens het belangrijkste argument vormde voor deze militaire actie. Het was de inlichtingendienst CIA die volgens Woodward „met grote stelligheid” beweerde dat het regime van Saddam Hussein over verboden wapensystemen beschikte.
Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell was volgens Woodward een van de laatsten die van Bush te horen kregen dat men tegen Irak ten strijde zou trekken. Powells pleidooi om te streven naar een nieuwe VN-resolutie om militaire actie te rechtvaardigen stak volgens Woodward scherp af tegen het pleidooi van vice-president Cheney om ongeacht een VN-resolutie of de wereldopinie in het algemeen tot de invasie over te gaan.
„Het is duidelijk dat Woodward voor zijn boek uitgebreid gesproken heeft met Powell, die zich op deze manier distantieert van het beleid van de haviken in de Republikeinse regering”, aldus Steve Murphy, stafmedewerker van Democratisch afgevaardigde Richard Gephardt.
Volgens Woodward is de relatie tussen Powell enerzijds en Cheney en minister van Defensie Rumsfeld anderzijds bijzonder gespannen. Condoleezza Rice ontkende dat zondag uiteraard. Zij zei verschillende malen bijeenkomsten te hebben bijgewoond waar zowel Cheney als Powell aanwezig waren. Zij kenschetste hun verhouding daarbij als „vriendelijk.”
Een functionaris van het ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigde de gespannen verhouding tussen Powell en Rumsfeld. „Sinds Defensie probeert de diplomatieke betrekkingen van de VS van Buitenlandse Zaken over te nemen, is er sprake van een uiterst moeizame verhouding”, aldus deze functionaris, die vanwege het „delicate karakter” van de kwestie anoniem wilde blijven.