Kinderen emigrant bezoeken een soort ”Van Lodenstein” in Frankrijk
De liefde verleidde haar om Amersfoort in te wisselen voor het Franse platteland. Jacqueline Hooglander, docent textiele werkvormen aan het Van Lodenstein College, ontmoette op vakantie in Frankrijk de Nederlander Henri Zandvliet, die daar sinds zijn derde levensjaar woont. In 2001 trouwden ze. „Het was voor mij geen vraag of ik in Frankrijk zou gaan wonen of Henri naar Holland zou terugkeren. Ik ben geen avonturier, maar als het moet, dan ga ik.”
Het bevalt Jacqueline (49) goed in Zuidwest-Frankrijk. „We wonen tussen de velden met zonnebloemen. Als ik naar buiten kijk, zie ik een stukje van de Pyreneeën. Ik heb elke dag een vakantiegevoel. Het leven hier is ontspannen. Ook wel een beetje oppervlakkig. Ik mis diepgaand, geestelijk contact.”
Haar twee kinderen, Anne (14) en Daniel (12), gaan naar de middelbare school in een stadje 15 kilometer verderop. „Het is een van oorsprong rooms-katholieke privéschool, die doet denken aan de Van Lodenstein. Elke ouder krijgt een toelatingsgesprek, er zijn kledingregels, en als je geen les hebt, blijf je op het schoolplein. In een brief over de laatste schooldag stond: verkleedpartijen zijn niet toegestaan.”
Op zondag leest haar man Henri (55) een preek. „Hij doet dat in het Frans. We kiezen preken van Franse dominees van rond 1800 of een vertaling van preken van M’Cheyne en Ryle. Daarna bespreken we de Heidelbergse Catechismus of lezen we een boek, bijvoorbeeld de ”Christenreis”. Voor Henri is het gewoon dat hij niet naar de kerk gaat; hij komt uit een gezin van thuislezers. Voor mij was dit erg wennen.”
Het ontbreken van een reformatorische kerk en school heeft ingrijpende gevolgen, ervaart Jacqueline. „Er komt veel meer van de godsdienstige opvoeding van de kinderen op ons als ouders neer. Maar dat is niet erg. De kinderen zijn eraan gewend dat ze anders worden opgevoed dan kinderen in hun omgeving. We leren hun vroeg eigen keuzes te maken. Ik ben blij dat onze kinderen gedoopt zijn; in de gereformeerde gemeente in Amersfoort, waar ik lid ben.”
Het gezin maakt financieel een moeilijke tijd door. „Mijn man Henri handelde in meubels, maar heeft al 2,5 jaar geen vaste baan meer. Hij heeft een WW-uitkering en verhuurt zich voor allerlei klussen. Ik probeer hetzelfde te doen. Dat varieert van schoonmaakster tot klassenassistente. We zijn nog nooit iets tekortgekomen, maar bedenken ons wel drie keer voordat we geld uitgeven.”
Jacqueline is met haar gezin net weer in Nederland geweest. Ze komt er gemiddeld eens in de 2,5 jaar. „Mijn familie zie ik gelukkig vaker. Ze komen graag naar ons toe.” Of ze een emigratie anderen kan aanraden? „Alleen als je een duidelijk doel hebt.”
Dit is het derde deel in een serie over Nederlandse christenen in het buitenland. Volgende week vrijdag deel 4. >>rd.nl/emigrant