Vrouw moet weg na oververven IRA-kunst
Een rooms-katholieke vrouw met vier kleine kinderen heeft een fel republikeinse buurt in het Noord-Ierse stadje Larne moeten verlaten nadat zij het had gewaagd een schildering op de muur van haar huis over te verven die de gewapende strijd van de IRA verheerlijkte.
Aanhangers van de IRA hadden de schildering met Pasen op de muur aangebracht. Gemma Dollery was er niet van gediend en haalde de witkwast eroverheen. Prompt kwam een plaatselijke vertegenwoordiger van Sinn Fein, de politieke tak van de IRA aan de deur, gevolgd door een bende stenengooiers. Daarop beging Dollery wellicht haar grootste fout: zij riep de hulp in van de politie, die overwegend protestantse agenten telt en om die reden in de meeste IRA-bolwerken wordt gehaat.
In plaats van haar te hulp te komen en de oproerkraaiers weg te jagen, besprak de politie met de vrouw van de Sinn-Fein-vertegenwoordiger hoe het gezin de wijk het beste kon verlaten. „Wij kregen een uur om onze spullen te pakken en te vertrekken”, zei Dollery in een telefoongesprek vanaf een geheime plek in Schotland.
Een woordvoerster van de politie zei dat Dollery politiebescherming had gevraagd en gekregen om haar huis te verlaten. Sinn Fein ontkende iedere betrokkenheid bij het incident. Woordvoerder Martin McManus bood aan te bemiddelen in wat hij een uit de hand gelopen burenruzie noemde.