Het gaat om bijna 500 mensen. Dat blijkt uit een tussenvonnis vrijdag van de rechter in een kort geding tegen minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie. Het proces was aangespannen door vijf organisaties die voor vluchtelingen opkomen, waaronder VluchtelingenWerk Nederland (VWN).

Ze eisten onder meer stopzetting van de dreigende uitzettingen in verband met veiligheidsrisico’s in het thuisland. De voorzieningenrechter vindt de eisers op dit punt niet-ontvankelijk, omdat de betrokkenen ook individueel naar de rechter kunnen stappen.

Toch twijfelt de rechter of deze waarborg in alle gevallen bestaat, omdat de Somaliërs soms heel kort van tevoren vernemen dat ze worden uitgezet. De rechter wil zeker weten dat de uitgeprocedeerden de mogelijkheid hebben hun uitzetting tijdig aan te vechten. Zo niet, dan is dat in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Ook moet duidelijk worden of de betrokkenen voorafgaand aan hun vertrek op de hoogte worden gesteld dat zij omstreden paspoorten kunnen krijgen voor een deel van de reis. Ook dat moeten zij kunnen aanvechten, want deze documenten leveren soms problemen op in Somalië. Deze Somalische nationale paspoorten werden tot voor kort op een tussenstop in Nairobi verkregen bij het SMI, een private onderneming. Daar is nu mee gestopt, maar de landsadvocaat heeft aangekondigd dat dit mogelijk wordt hervat.

VluchtelingenWerk Nederland vindt het jammer dat de uitzettingen niet worden opgeschort, maar ziet lichtpuntjes in de twijfel die de rechter heeft over de uitzettingsprocedure. „Het kan alsnog gebeuren dat de rechter bepaalt dat de uitzettingen niet op deze manier mogen plaatsvinden”, aldus een juriste van VWN.