Componist daagt kerk voor de rechter
Jan Marten de Vries, tekstschrijver en componist, daagt de protestantse gemeente in Bilthoven voor de rechter. Een van zijn liederen is zonder toestemming in de kerkbode afgedrukt, en nu wil hij „een voorbeeld stellen.”
In dagblad Trouw deed De Vries zaterdag uitvoerig uit de doeken waarom hij naar de rechter stapt. Al jaren is hij bezig met kerken te wijzen op het illegale gebruik van zijn teksten. Ze worden in kerkbodes gezet, in liturgieën afgedrukt, op kerkmuren geprojecteerd, zelfs op internet geplaatst. Allemaal zonder toestemming en zonder vergoeding.
„Toen ik ontdekte dat mijn teksten en muziek door een illegale kopie van een kerk op een reclamewebsite voor viagra waren beland, was de maat vol”, vertelt hij in Trouw. „Als het zo doorgaat, dan is het schrijven van kerkmuziek over tien jaar alleen nog te doen als een soort hobby. Er valt gewoon niets meer mee te verdienen.”
Vandaar dat hij naar de rechter stapt en ruim 2000 euro schadevergoeding eist van de protestantse gemeente in Bilthoven, die een van zijn liederen vorig jaar in de kerkbode afdrukte. En volgens de kerkrechtdeskundigen die in Trouw aan het woord komen, maakt hij grote kans om die zaak te winnen.
Internet
Vroeger was het in de wereld van het kerklied eenvoudiger geregeld. Vrijwel alle kerkgangers kochten netjes een psalmboek of liedboek voor eigen gebruik, en bij elke verkochte bundel kregen de uitgever, de auteurs en de componisten vanzelf waar ze recht op hadden.
Maar door de digitalisering van de laatste tien, twintig jaar is alles anders geworden. Veel gemeenten gebruiken beamers of liedbladen, zetten teksten op internet en zenden kerkdiensten uit. Dat is allemaal geen probleem als het gaat om oude teksten waarvan de auteur en de componist meer dan zeventig jaar geleden zijn overleden. Zodra het nieuwere liederen, psalmberijmingen of Bijbelvertalingen betreft moet er volgens de wet op het auteursrecht een vergoeding betaald worden.
Onwetendheid
Veel gemeenten beseffen dat niet, zegt uitgever Arjen van Trigt van Boekencentrum, de belangrijkste uitgeverij van liedbundels op de christelijke markt. „Als we merken dat het ergens misgaat, geven we een waarschuwing, en dat werkt goed. Alleen als mensen hardnekkig de regels blijven overtreden, moeten we verdere stappen nemen. Maar dat is nog nooit voorgekomen.”
Ook Pieterjan Geneugelijk van muziekuitgeverij Small Stone Media in Dordrecht denkt dat kerken de regels uit onwetendheid overtreden. Hij beheert de rechten van talrijke auteurs en uitgevers uit binnen- en buitenland en heeft de indruk dat kerkenraden vaak te goeder trouw zijn – al zijn er negatieve uitzonderingen.
„Mensen denken soms dat het gebruik van muziek ter ere van God gratis is. Dat is natuurlijk niet zo. Voor het brood bij een christelijke bakker moet je ook betalen, dus dat geldt evengoed voor het werk van een auteur. Schrijvers en componisten moeten ook rondkomen. Maar als we kerken attent maken op de regels komt het normaal gesproken goed.”
De meeste tekstschrijvers en componisten beheren hun rechten niet zelf, maar hebben dat uitbesteed aan hun uitgever, die het op zijn beurt weer uitbesteedt aan instanties die erin gespecialiseerd zijn. Bijvoorbeeld Buma/Stemra, of de CCLI (Christian Copyright Licensing International), waarmee ook Small Stone Media samenwerkt.
Licentie kopen
Kerkelijke gemeenten kunnen aan hun verplichtingen voldoen door per jaar een licentie te kopen voor zowel het Liedboek als de christelijke muziekuitgevers die samen onder de paraplu van de CCLI vallen. Voor kerkelijk gebruik kost dat in beide gevallen jaarlijks een paar honderd euro (afhankelijk van de grootte van de gemeente).
Als teksten ook op internet geplaatst of uitgezonden worden, wordt het duurder of gelden er andere regels. Maar bij auteurs als De Vries, die zelf hun rechten beheren, moet afzonderlijk toestemming gevraagd worden – en daar gaat het vaak mis.