Damascus heeft reden om tevreden te zijn
De Syrische regering is bereid om de vredesbesprekingen te hervatten. Dat kan ze doen vanuit een redelijk sterke positie. De oppositie is hopeloos verdeeld, en de internationale spelers zijn dat eveneens.

Europa wordt in beslag genomen door een reeks aanslagen op het eigen grondgebied. De Verenigde Staten worstelen met de implicaties van de mislukte militaire coup in Turkije, dat het tweede grootste leger van de NAVO heeft. Ten onrechte kwamen de ontwikkelingen in Syrië hierdoor op de achtergrond terecht. De aanslagen in Europa worden immers vrijwel altijd opgeëist door Islamitische Staat (IS), dat in het Syrische Raqqa zijn hoofdstad heeft. Onvrede binnen het Turkse leger was in belangrijke mate debet aan het totaal mislukte Syriëbeleid van de Turkse regering.
Op 15 juli bezocht de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, Moskou. Daar werd nogmaals bevestigd dat de VS en Rusland beogen de strijd tegen het terrorisme in Syrië te coördineren. Uitdrukkelijk werd vermeld dat –behalve IS– ook het aan al-Qaida gelieerde Jabhat al-Nusra (JAN) werd bedoeld.
Heet hangijzer
Jabhat al-Nusra is altijd een heet hangijzer geweest. De landen die de Syrische oppositie steunden, wisten dat vrijwel alle gematigde milities in Syrië zich alleen staande wisten te houden door op een of andere wijze met Jabhat al-Nusra samen te werken. Rusland had daarom van de VS geëist dat de door het Westen gesteunde milities zouden breken met Jabhat al-Nusra. Maar dat gebeurde niet. Rusland beweerde vervolgens dat Washington gevraagd had om in oostelijk Aleppo geen bombardementen uit te voeren in wijken waar Jabhat al-Nusra aanwezig was. Hiermee werden de VS er feitelijk van beschuldigd dat ze in Syrië samenwerkten met al-Qaida.
Afgelopen week berichtten Amerikaanse media dat de Russische luchtmacht in juni bombardementen had uitgevoerd op de Syrische plaats al-Tanf, die vlak bij de Jordaanse grens ligt. Hier bevonden zich milities die direct door de VS werden bewapend. De Arabische media interpreteerden dit als een duidelijke waarschuwing vanuit Moskou. De VS dienden eindelijk werk te maken van het scheiden van de door hen gesteunde Syrische milities van Jabhat al-Nusra. De verklaring van minister Kerry op 15 juli in Moskou leek te impliceren dat deze boodschap was begrepen.
Het Syrische regime liet zich goedkeurend uit over de woorden van Kerry en verklaarde gelijk bereid te zijn tot een hervatting van de vredesonderhandelingen. De Syrische oppositie en het regime hielden elkaar jarenlang in evenwicht, met als gevolg dat geen van beide partijen een beslissende overwinning kon behalen. Door een aaneenschakeling van gebeurtenissen bevindt de oppositie zich in een uiterst kwetsbare positie. Dat maakt het regime-Assad zelfverzekerder.
Allereerst verscheen er rond 15 juli een video waarop te zien was hoe de 14-jarige Palestijnse Abdullah Tayseer onthoofd werd in Aleppo. Dit gebeurde door de Nur al-Din al-Zinki-militie, die bewapend wordt door de VS. Het zorgde voor grote consternatie in Washington. De VS zagen zich gedwongen te verklaren dat ze de Amerikaanse steun aan Syrische milities heroverwegen. De onthoofding van Abdullah Tayseer bevestigde een recent rapport van Amnesty International waarin vrijwel alle gewapende Syrische milities beschuldigd werden van zware schendingen van de mensenrechten.
Vervolgens werden er op 19 en 21 juli door de westerse anti-IS-coalitie zware bombardementen uitgevoerd op de stad Manbij – met desastreuze gevolgen. Tientallen onschuldige Syrische burgers kwamen om het leven. De repercussies hiervan waren zo hevig dat de in Istanbul gevestigde oppositionele Syrische Nationale Coalitie de VS dringend verzocht om alle bombardementen te staken. Het Syrische regime verklaarde overigens dat onderzoek had uitgewezen dat de Franse luchtmacht verantwoordelijk was geweest voor de bloedbaden in Manbij.
Lastig parket
Het verzoek van de Syrische oppositie om de bombardementen te staken, bracht het Westen in een lastig parket, omdat zowel het Syrische regime als IS hiervan zal profiteren. Analisten zijn ervan overtuigd dat het lot van de stad Aleppo het verloop van de Syrische burgeroorlog zal bepalen. Het Syrische leger heeft nu heel Oost-Aleppo, dat in handen is van milities, omsingeld en alle aanvoerroutes vanuit Turkije afgesloten. Een desastreuze ontwikkeling voor de oppositie, die nog verergerd werd door de mislukte staatsgreep in Turkije.
Het is tegen deze achtergrond dat de Syrische president Assad zich bereid verklaarde tot een hervatting van de vredesbesprekingen. Vanuit de visie van het Syrische regime verlopen alle ontwikkelingen in zijn voordeel, terwijl de oppositie hevig verdeeld is.