Ontmoeting tussen ”kuitertjes” en ”orthodoxen”
Gereformeerde en gereformeerd vrijgemaakte studenten slaan vanaf donderdag drie dagen lang de handen ineen tijdens het Theologisch Festival in Kampen. Aanleiding is anderhalve eeuw theologiestudie en studentenleven in de universiteitsstad. Initiatiefnemer Guido de Graaff: „In de ontmoeting is het woord waarheid misschien niet meer zo bruikbaar.”
De aula van de universiteitsbibliotheek aan de Oudestraat in Kampen is voor deze gelegenheid verbouwd tot een oerdegelijke huiskamer. Landschapje aan de muur, dikke pillen in de kast en een rood pluchen kleed over de tafel. Een videoscherm, te midden van het ouderwetse decor, toont het interieur van een kerk. In de kerk staat een groen bord, met daarop de woorden: ”Loof de Here mijn ziel”. Twee festivalgangers bekijken het met onverholen verbazing. „Dat doet nogal reformatorisch aan”, mompelt de ene. De tekst op het bord introduceert het thema van het festival: ”Feest - een theologische oefening”. „Welke associatie heeft u bij deze tekst?” vraagt Annemiek Schrijver -journalist bij de IKON- op de man af aan de studenten. De antwoorden verschillen van „Het woord Here zou ik niet meer gebruiken” tot „Het herinnert mij aan de opluchting die ik als kind voelde, als de dominee aan het einde van zes avondmaalstafels deze tekst uitsprak.”
De rooms-katholieke priester Antoine Bodar onderhoudt zich in de jarenvijftighuiskamer met Susanne Hennecke, systematisch theologe, en met de predikant Tim Vreugdenhil. „Wat is schoner dan in deze periode van wijd verspreide relativering vast te houden aan absoluutheid en daarin de waarheid uit te dragen”, zei de priester. „Waarheid berust niet op afspraken. Er zijn niet méér waarheden. De volledige waarheid is Christus. Omdat Hij de Waarheid is, daarom is Hij de Weg en het Leven. In Jezus de Christus heeft God zich immers geopenbaard.”
Hennecke komt in haar reactie op de lezing van Bodar in opstand tegen zijn woorden. „Ik snap niet waarover u het werkelijk hebt, als u in verband met Christus zulke grote woorden hanteert als waarheid en bevrijding.” Naar de mening van de theologe is waarheid in bijbelse zin iets anders dan iets absoluuts, maar gaat het om iets relationeels. Het is volgens haar allereerst een gedrag tussen twee personen. „Alles bij elkaar gezien gaat het niet zozeer om een geïsoleerde waarheid, maar om een waarachtige levensweg. Om het doen van de thora, zo men wil. Van een exclusiviteitsclaim met betrekking tot het vinden van God in Christus zie ik dan ook maar af”, besluit Hennecke haar verhaal. Ze voegt hier nog aan toe dat het haar opvalt dat Bodar geheel vanzelfsprekend stelt dat hij als theoloog God ontmoet in het gebed. „Voor mij is zoiets onvoorstelbaar en persoonlijk ook te hoog gegrepen. Ik sta simpelweg met lege handen. Wel voel ik me onder het bidden geborgen in een soort betrouwbaar taalveld.”
De organisatie van de viering van het 150-jarig bestaan van theologisch onderwijs in Kampen is in handen van studenten. Op hoger niveau wordt door beide universiteiten, de (inmiddels) protestantse ThUK en de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, gezamenlijk niets ondernomen. Het jaartal 1944 -de Vrijmaking- staat tussen hen in. De vier initiatiefnemers van het festival zijn Guido de Graaff, Tim van de Griend, Ariaan Baan en Klaas Burger. „De verschillen willen we niet uitvlakken”, zegt De Graaff, student aan de gereformeerd vrijgemaakte universiteit aan de Broederweg, desgevraagd. „Maar het verlangen bestaat om elkaar te vinden op bepaalde punten, zonder dat deze van tevoren vaststaan.”
Hoe kun je elkaar vinden als je het over de kernbegrippen van het geloof, zoals verzoening, niet eens bent?
„Ik denk dat iedereen wel met die kernbegrippen bezig is, maar er wordt inderdaad verschillend over gedacht. Het mooie van deze ontmoeting is dat die geluiden naast elkaar kunnen bestaan.”
Dan ben je het vast niet eens met Bodar, die stelde dat er niet meer dan één waarheid is?
„Ik voel mezelf wel verbonden met de bewuste bijbeltekst. Ik ben ook helemaal niet vies van exclusiviteit. Waarom zou ik niet kunnen vertellen over wat volgens mij waarheid is en waar ik die zoek? Daar is moed en eerlijkheid voor nodig. Als dat tijdens dit festival gebeurt, hebben we iets bereikt. Maar ik zie ook de scherpe kantjes van het praten over de waarheid. Een debat wordt daardoor gauw beladen. Het gaat om de manier waarop we erover praten: als een begin- of een eindstation.”
Worden de verschillen tussen de twee universiteiten inderdaad kleiner?
„Door deze ontmoetingen worden bestaande vooroordelen weggenomen. Wij dachten over de studenten in de Oudestraat als bijbelkritische kleine kuitertjes. Zij zagen ons als eng orthodox. Als je dan een ThUK-student hoort zeggen dat hij het betreurt dat hij Christus nooit heeft leren kennen omdat in zijn gemeente alleen de bevrijdingstheologie werd verkondigd, doorbreekt dat allerlei beelden die je hebt. De vrijgemaakte studenten zijn minder aan hun eigen kerkverband gebonden dan de vorige generatie, tussen de studenten van de Oudestraat bevinden zich steeds meer neo-orthodoxen die ook niets van Kuitert of Den Heyer moeten hebben. Wel is het festival in de aanloop ernaartoe bekritiseerd door onze ”achterban”. Vooral docenten hebben reserves.”