Ploumen: Brexit dupeert vooral voedselverwerkers
De voedselverwerkende industrie zou, in het ongunstigste scenario, het meest de dupe zijn van een vertrek van Groot-Brittannië uit de EU.
Als dat land geen nieuw handelsverdrag sluit met de EU, zal die bedrijfstak tot 2030 met een productieverlies van 5,5 procent te maken krijgen, aldus minister Ploumen (Buitenlandse Handel) donderdag in antwoord op Kamervragen van D66. „Verder zijn de chemie, kunststof en rubber, elektronische apparatuur, en metaal en mineralen extra gevoelig voor wijzigingen in de handelsrelatie met het Verenigd Koninkrijk.”
Het bedrijfsleven vreest volgens Ploumen dat ook andere sectoren, zoals de tapijtindustrie en de bloemensector, „mogelijk fors geraakt kunnen worden.” Voor de overige bedrijfstakken blijft het langetermijneffect op de productie waarschijnlijk beperkt tot een productieverlies van 1,5 procent of minder. De mogelijke negatieve economische gevolgen kunnen kleiner zijn als Groot-Brittannië na het vertrek uit de EU een nieuw handelsakoord sluit met de Unie.
Dat een brexit negatieve gevolgen zal hebben voor Nederland is wel zeker, concludeert Ploumen. „Maar in welke mate dat zal zijn, is nog onduidelijk.” Voorlopig is Groot-Brittannië nog EU-lid en treden er geen veranderingen op voor Nederlandse bedrijven.
Die bedrijven zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het inschatten en beheersen van de risico’s van een brexit, stelt ze. Wel zal het kabinet „uiteraard” goed letten op de belangen van het bedrijfsleven bij onderhandelingen over de toekomstige relatie tussen de EU en Groot-Brittannië.