„Ik denk en hoop dat dit snel kan gebeuren”, aldus de Bosnische premier Lagumdzija vrijdag na overleg met minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken. „Snelle uitlevering is goed voor de gezondheid van zowel de heren Mladic en Karadzic zelf, als voor die van de gehele Bosnische bevolking.”

Lagumdzija, tevens minister van Buitenlandse Zaken van de nationale Bosnische regering, stoelt zijn verwachting op een akkoord over samenwerking op het terrein van terrorismebestrijding dat enkele dagen geleden werd gesloten met de Servische Republika Sprska, een van de twee ’deelstaten’ van Bosnië.

Volgens de premier zijn de twee gezochte oorlogsmisdadigers soms in Srpska. De Bosnische nationale regering zegt volledige medewerking te willen verlenen aan uitlevering. Van Aartsen had daar vrijdag tijdens overleg in Sarajevo op aan gedrongen.

De Republika Srpska is een zelfstandig onderdeel van de staat Bosnië-Herzegovina, dat sterk leunde op de steun van Joegoslavië onder Milosevic. De nieuwe regering-Djindjic trekt echter de handen af van de Republika, waardoor de bewegingsvrijheid van generaal Mladic en de vroegere Servische leider in Bosnië, Karadzic, fors is verminderd.

NAVO-troepen in Bosnië en de Bosnische autoriteiten hebben in informele contacten richting het tweetal ook laten doorschemeren dat hun speelruimte erg klein is en dat zij zich beter kunnen overgeven aan het Joegoslavië-tribunaal. De gezondheidssituatie van Radovan Karadzic is bovendien erg slecht, door een aandoening aan zijn benen.

Lagumdzija noemt uitlevering van de twee Serviërs aan Den Haag „van het allergrootste belang voor Bosnië.” Hij beseft ook dat de internationale gemeenschap zijn land niet kan blijven steunen, zonder uitzicht op uitlevering. Bosnië streeft op lange termijn naar het lidmaatschap van de Europese Unie en wil binnen enkele jaren al toetreden tot de Raad van Europa, die toeziet op naleving van de mensenrechten.

Van Aartsen kondigde vrijdag in Sarajevo aan deze Bosnische wens te zullen ondersteunen. Toetreding tot de Raad van Europa is een opstapje naar een eventueel EU-lidmaatschap. Nederland verwacht overigens van de Oost-Europese landen die binnen enkele jaren zullen toetreden tot de Europese Unie een actieve rol bij de wederopbouw van Bosnië-Herzegovina.

De VVD-minister bezocht vrijdag Nederlandse NAVO-troepen in het westen van Bosnië in Bugojno, aan de grens met de Republika Srpska. Momenteel zijn er ongeveer 1500 Nederlandse militairen in Bosnië, die deel uitmaken van de NAVO-vredesoperatie SFOR. Zeshonderd van hen zijn in Bugojno. Het totale aantal Nederlandse militairen in Bosnië zal de komende jaren gehandhaafd blijven, hoewel de NAVO-troepenmacht van 18.000 militairen op termijn met enkele duizenden zal dalen.