Het wordt niks tussen 010 en 020
Amsterdam en Rotterdam? Moeizaam verhaal. Mokum en de Maasstad liggen elkaar niet. En het wordt ook niks tussen 010 en 020.
Vraag Rotterdamfanaat Herco Kruik (42) of hij het een dagje in Amsterdam kan uithouden, en je weet meteen wat voor vlees je in de kuip hebt. Zijn antwoord luidt: „Nee, eerlijk gezegd niet. Je kunt daar niet ademen. Dat Amsterdamse accent, al die toeristen. Ik trek dat niet. Het mooiste van Amsterdam is de trein terug naar Rotterdam.”
De pijn zit diep, daar in Rotterdam. Grif beaamt Kruik dan ook de waarheid van het gezegde: „Rotterdam verdient het, Amsterdam verteert het, Den Haag beheert het.”
Kruik, stadsgids en schrijver, publiceerde in 2013 het boekje ”Rotterdam versus Amsterdam”. Met daarin bijvoorbeeld een citaat van dichter Jules Deelder, de nachtburgemeester van Rotterdam genoemd. „Amsterdammers hebben een goed hart, het moest alleen gekookt op hun rug hangen, en zo laag dat de honden erbij kunnen.”
Rotterdam brengt dus geld in het laatje. „Zeker een halve eeuw geleden was Rotterdam een arbeidersstad”, zegt Kruik. „Velen deden zware arbeid in de havens. Ze werkten zich suf. In Den Haag mochten ambtenaren de verdiensten mooi verdelen. In Amsterdam kletsen ze veel en smijten ze het geld over de balk.”
Gezonde afkeer
Onmiskenbaar is de Maasstad de afgelopen decennia van karakter veranderd, relativeert Kruik, die over heden en verleden van Rotterdam schrijft. „Het is niet meer de rode PvdA-stad van weleer. Veel werk in de havens is gemechaniseerd en gecomputeriseerd. Containeroverslag gaat met een joystick. De culturele sector en de vrijetijdssector zijn in opkomst. De laatste jaren verschenen in veel wijken allerlei caféetjes en galerietjes, hotels en restaurants.”
Maar het water van de Maas wast niet weg dat Rotterdam zich „de tweede stad” van Nederland voelt. „Het ondergeschoven kindje.” Rotterdammers hebben dan ook een „gezonde, humoristische afkeer” van de hoofdstedelingen. „Als ik in Rotterdam op bijeenkomsten het woord ”Amsterdam” laat vallen, gaat er altijd geroezemoes door de zaal.”
Op allerlei manieren blijkt de rivaliteit tussen 010 en 020, cijfers die verwijzen naar de kengetallen van respectievelijk Rotterdam en Amsterdam. „Rotterdammers zijn rechtdoorzee en weten van aanpakken. Wij doen normaal. Amsterdammers kletsen een hoop, slaan zich op de borst en lopen te pochen. Daar ergeren wij ons aan. Op de dag dat in Rotterdam de Tweede Maasvlakte werd geopend, kwam Amsterdam met het bericht dat de sluizen bij IJmuiden zouden worden verbreed. Typisch Amsterdams om uitgerekend díé dag dat nieuws te brengen. Mooi was wat een Volkskrantcolumnist toen schreef: „Rotterdam is een wereldhaven, Amsterdam is een sloepenstad.”
Rotterdam mag een nuchtere „werkstad” zijn, tegelijkertijd heeft de Maasstad nogal wat ambities. „We lopen vaak voorop. We bouwen even een wereldhaven en houden van megalomane bouwprojecten. Over een paar jaar moet de 218 meter hoge Zalmhaventoren in Rotterdam verrijzen; veruit het hoogste gebouw van Nederland. Onder leiding van de vroegere burgemeester Bram Peper en Riek Bakker, directeur van de dienst stadsontwikkeling, is de Kop van Zuid opgeknapt. Door bijvoorbeeld de bouw van de Erasmusbrug, een stadsicoon.”
De rivaliteit tussen 010 en 020 moet wel leuk blijven. Kruik moet niks hebben van Rotterdamse voetbalhooligans van Feyenoord die inbeuken op hun Ajaxvijanden uit Amsterdam. „Eencellige supporters”, noemt hij ze.
Topburgemeester
Ja, het komt voor: Rotterdammers die een Amsterdammer in hun hart sluiten. Zo is PvdA-burgemeester Aboutaleb, voorheen wethouder in Amsterdam, geliefd in de Maasstad. Kruik: „Het is een topburgemeester die zinnige dingen zegt. Hij doet geen gekke dingen, is zelfs een beetje saai en heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Zo drinkt burgemeester Aboutaleb geen alcohol, omdat hij op elk moment van de dag moeilijke beslissingen wil kunnen nemen.”
zomerserie Plat gezegd
Dit is het vijfde deel van een serie over spreekwoorden waarin een plaats op de korrel wordt genomen.