Turkse politieke partijen slaan handen ineen
De vier belangrijkste partijen in het Turkse parlement, het doorgaans hartgrondig met elkaar oneens, hebben zaterdag in een gezamenlijke verklaring afstand genomen van de couppoging. Eensgezindheid in deze kwestie is van onschatbare waarde voor de democratie. Dat vond zowel de conservatieve islamitische regeringspartij van president Erdogan (AKP) als de linkse, pro-Koerdische HDP.
Premier Binali Yildirim beloofde als eerste dat de samenwerking tussen parlementsfracties een „nieuwe start” krijgt in de nasleep van de mislukte staatsgreep. Hij zei te geloven dat ook sterk verdeelde afgevaardigden gezamenlijke uitgangspunten kunnen vinden. Yildirim hield hen voor dat de mensen die de coup hebben beraamd geen soldaten zijn, maar terroristen die het parlement als doelwit hadden.
De belangrijkste oppositieleider Kemal Kiliçardoglu reageerde met instemming. De voorman van de seculiere Republikeinse Volkspartij (CHP) veroordeelde de putsch door afvallige militairen. Het mislukken ervan brengt volgens hem politieke partijen nader tot elkaar om samen te proberen de democratie te verbeteren.
De CHP wordt traditioneel gezien als bondgenoot van de wereldse Turkse krijgsmacht. Het leger stond in de periode 1960-1980 driemaal op om de regering omver te werpen met de bedoeling de grondwettelijke scheiding van kerk en staat te garanderen.