Uitlopen Vierdaagse was opsteker voor prins Claus
Kilometer na kilometer sjokken langs akkers en over heuvels. Toegezongen worden in plattelandsdorpjes. Blaren prikken en spieren masseren. De tienduizenden deelnemers van de Nijmeegse Vierdaagse weten er alles van. Vanaf dinsdag zwermt het wandellegioen weer uit. Voor de honderdste keer.
Met afstand is de Nijmeegse Vierdaagse het bekendste wandelfestijn van Nederland. Burgers en militairen uit alle hoeken van Nederland én de wereld, piepjong en stokoud, gaan vier marsen lopen.
Per dag 30, 40 of 50 kilometer. Dit jaar zelfs ook 55 kilometer.
Ter gelegenheid van de honderdste editie van de Vierdaagse biedt Museum Het Valkhof in Nijmegen tot september een expositie over het bekende wandelevenement. Odette Straten, hoofd educatie bij het museum, stelde de tentoonstelling samen.
Hoe ontstond de Nijmeegse Vierdaagse?
Straten: „Aan het begin van de twintigste eeuw begonnen mensen beweging steeds belangrijker te vinden. Tegelijkertijd leefde binnen het leger het idee dat militairen meer conditie moesten krijgen. De Stichting voor Lichamelijke Opvoeding organiseerde in 1909 langeafstandsmarsen. Aan de eerste Vierdaagse deden 296 militairen mee en slechts 10 burgers. Dat beeld is gekanteld. Nu lopen jaarlijks van de ruim 40.000 deelnemers zo’n 5000 soldaten mee. De stad Nijmegen was in 1925 voor het eerst start- en finishplaats en dat is zo gebleven. Dat heeft onder andere met de mooie omgeving te maken. Rond Nijmegen loop je door vlak polderland, maar ook over heuvels en langs rivieren.”
De Vierdaagse ging meermalen niet door?
„In oorlogstijden was er diverse keren geen Vierdaagse. Zoals bijvoorbeeld in 1914 en 1915, ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Soldaten moesten paraat staan. Na de inval van de Duitsers in mei 1940 is de Vierdaagse ook geannuleerd. Toch werd in augustus 1940 nog een zogeheten noodvierdaagse georganiseerd. In 1941 gold een samenscholingsverbod en ging de wandelmars officieel ook niet door. Maar ook in dat jaar is een kleine groep wandelaars de Vierdaagsetrajecten toch gaan lopen. In 1942, 1943, 1944 en 1945 was er helemaal geen Vierdaagse. Nijmegen was door oorlogsgeweld een stad in puin. Zeker na het bombardement op Nijmegen op 22 februari 1944. In 2006 is de Nijmeegse Vierdaagse na de eerste dag afgelast. Door de hitte stierven twee wandelaars. Een dieptepunt in de geschiedenis van de Vierdaagse.” Wat is een hoogtepunt?
„In 1967 liep prins Claus de Vierdaagse. Voor hem was het een kennismaking met Nederland. Er leefden nogal wat anti-Duitse gevoelens. Maar doordat de prins vier keer 50 kilometer liep, oogstte dat veel waardering onder de Nederlanders.
Een van zijn zoons heeft ooit gezegd: „Pa, het erekruisje voor de Nijmeegse Vierdaagse is de enige onderscheiding die je echt hebt verdiend.” Na Claus’ overlijden lag het Vierdaagsekruisje op een kussentje naast zijn kist. Het kruisje is in ons museum te zien.”
Wat zijn de belangrijkste veranderingen aan de Vierdaagse?
„Maatschappelijke trends zie je in de Vierdaagse terug. Denk aan de vrouwenemancipatie. Voorheen mochten vrouwen niet de langste afstand van 50 kilometer per dag lopen. Nu kan dat wel. Anders dan voorheen kunnen nu ook mensen in een rolstoel meedoen.”
De tweede wandeldag heet ook wel roze woensdag, met het oog op homo’s. Tijdens Vierdaagsefeesten zijn er drankgelagen. Kunt u zich voorstellen dat dat soort zaken mensen tegen de borst stuit?
„Ja, maar hier in zuidelijk Nederland wonen niet zo veel bezwaarmakers. Feesten maken Nijmegen tot een bruisende stad. Dat vind ik mooi. Protesten tegen de roze woensdag zijn mij nauwelijks bekend. De roze woensdag is een ludiek initiatief van de grote homogemeenschap in Nijmegen. De links georiënteerde stad is open en tolerant. Iedereen mag meedoen. Dat vind ik mooi.”
„Wandelaars zijn doorzetters”
Voor de 25e keer loopt Marlies Smits (72) uit Nijmegen komende week de Nijmeegse Vierdaagse. Die mars beleeft dan zijn honderdste editie. Smits hoopt per dag 30 kilometer af te leggen, samen met haar man.
Ze kan zich nog herinneren dat ze ruim een kwarteeuw geleden voor het eerst meedeed aan het wandelfestijn in en rond Nijmegen. „Het was regenachtig. Ik had geen zin om in mijn vakantie binnen te zitten en dacht: De Nijmeegse Vierdaagse gaat altijd door, dus laat ik daaraan meedoen.”
De wandelmars beviel haar zo goed dat ze er een jaarlijkse traditie van maakte. „Je bent lekker buiten en wandelen is goed voor je conditie. In allerlei dorpen heerst een gezellige sfeer. Ook de sfeer onder de wandelaars bevalt me. Het zijn doorzetters: niet zeuren, maar doorgaan. Ook als je blaren of spierpijn hebt.”
De derde Vierdaagsedag, op donderdag in de buurt van Groesbeek, vindt Smits het mooist. „Dan loop je de Zevenheuvelenweg, een mooie route. De sfeer onder lopers is dan altijd heel goed. Als het stormt of regent, gaan we zingen.”
Marlies Smits heeft er alle vertrouwen in dat ze komende week de eindstreep in Nijmegen haalt.
„Vorig jaar heb ik mijn heup gebroken en kon ik niet meedoen. Maar door fysiotherapie en training denk ik de dagelijkse 30 kilometer zeker te kunnen lopen.”