Zomerschool bestudeert geloofstradities in de Lage Landen
Godsdienstige diversiteit in de vroege Nederlanden. Dat is het thema van de internationale RefoRC Summer School, onderdeel van de academische tak van Refo500, die deze week gehouden wordt in samenwerking met de Theologische Universiteit Kampen (TUK) en de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam.
De zomerschool duurt tot en met vrijdag en wordt geleid door dr. Sabine Hiebsch (VU) en prof. dr. Erik de Boer (TUK). Het programma bestaat uit verkenningen van de verschillende geloofstradities in de Lage Landen, zoals de rooms-katholieke (prof. dr. Christine Kooi uit de Verenigde Staten), de gereformeerde (De Boer), de remonstrantse (De Boer), de lutherse (Hiebsch) en de Joodse (dr. Bart Wallet). Door ziekte van een docente kon het geplande dagdeel over de doopsgezinde traditie niet doorgaan. Dit wordt voor een deel overgenomen door Hiebsch en De Boer.
Hiebsch beet maandagochtend in Kampen het spits af met een toelichting op een schilderij uit de zeventiende eeuw. Daarop wordt duidelijk hoe –volgens de anonieme schilder– de verschillende confessionele tradities een plaats kregen in de Republiek en hoe die zich vertaalden in een klimaat van tolerantie. Hiebsch: „Er was toen wel een bepaalde mate van tolerantie bereikt, maar de spanningen waren nog zeker niet geweken. Het valt bijvoorbeeld op dat de remonstranten op het schilderij niet vertegenwoordigd zijn.”
De Summer School is de vierde die RefoRC organiseert. De bijeenkomsten zijn toegankelijk voor masterstudenten en promovendi van universiteiten die verbonden zijn aan RefoRC of Refo500. Het programma wordt deze week gevolgd door studenten uit België (2), Denemarken (2), Nederland (2) en Polen (1). „Het zijn vooral theologen en historici”, vertelt Hiebsch, „maar de bezoekster uit Polen is kunsthistorica. Dat onderstreept het interdisciplinaire karakter van het programma.”
Een dag van de Summer School bestaat doorgaans uit zes uur aan lezingen en verwerking. Daarnaast zijn er excursies en colleges op locatie, zoals in Utrecht (Museum Catharijneconvent) en Amsterdam (Museum Ons’ Lieve Heer op Solder, de Joodse Ets Haim Bibliotheek en de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam).