‘Ahmici’ is de meest beruchte misdaad tijdens de oorlog tussen Bosnische Kroaten en Bosnische moslims. In het Centraal-Bosnische dorp Ahmici werden op 16 april 1993 meer dan honderd moslimburgers vermoord. Veel van de slachtoffers waren vrouwen en kinderen die levend verbrandden in hun huizen.

De inmiddels 35-jarige Ljubicic was volgens de tenlastelegging op het moment van de feiten in Centraal-Bosnië plaatsvervangend chef van de afdeling van het Bosnisch-Kroatisch bestuur, die toezicht hield op de militaire politie. Hij wordt ervan beschuldigd dat hij misdaden in Ahmici en elders in Centraal-Bosnië mede heeft gepland en bevolen. Hij is onder meer aangeklaagd wegens moord en wegens de misdaad tegen de mensheid van vervolging om politieke, raciale of religieuze redenen.

Vorige week werden bij het Joegoslavië-tribunaal de Bosnische Kroaten Josipovic en Santic in hoger beroep veroordeeld tot respectievelijk twaalf en achttien jaar cel voor hun rol in Ahmici. Drie andere Bosnische Kroaten werden vrijgesproken.

Hoofdaanklaagster Carla Del Ponte heeft de aanklacht tegen Ljubicic al meer dan een maand geleden ondertekend, maar de tenlastelegging was tot nu toe geheim. Haar woordvoerster, Florence Hartmann, kondigde gisteren aan dat Del Ponte de rechters de komende weken zal vragen ook de resterende bestaande geheime aanklachten openbaar te maken.

De geheime aanklachten zijn door Del Pontes voorgangster Louise Arbour ‘uitgevonden’ om arrestaties te vergemakkelijken. De afgelopen tijd zijn geheime aanklachten doorgespeeld aan plaatselijke autoriteiten, zonder dat deze overgingen tot arrestatie.