Hoe je kunt zien dat een avondmaalsbeker luthers is
Lutherse gemeenten gebruiken bij de viering van het heilig avondmaal vaak eeuwenoude bekers en schalen. Maar dit gerei had nog een functie, ontdekte ds. M. L. van Wijngaarden. Het liet zien wie de lutheranen zelf waren.
De predikant van de evangelisch-lutherse gemeente in Rotterdam promoveert vrijdag aan de Universiteit Utrecht op de studie ”Schitterende getuigen. Nederlands luthers avondmaalsgerei als identiteitsdrager van een godsdienstige minderheid” (uitg. Eburon, Delft).
Wie in de zeventiende eeuw een kerk in de Nederlanden binnenstapte, kon aan de viering van het avondmaal zien of de mensen gereformeerd of luthers waren. In lutherse gemeenten kregen de kerkgangers brood en wijn persoonlijk uitgedeeld, terwijl in gereformeerde kerken beker en schaal rondgingen. Lutheranen gebruikten bovendien steeds minder vaak van een formulier; het avondmaal werd onderdeel van een klassieke liturgische viering.
In de Augsburgse Confessie, de lutherse geloofsbelijdenis, staat dat Christus waarachtig aanwezig is in brood en wijn. „Daardoor stond het avondmaal hoog in aanzien”, zegt ds. Van Wijngaarden. „Brood en wijn werden persoonlijk uitgedeeld. In de gereformeerde traditie wordt de aanwezigheid van Christus vooral geestelijk of symbolisch opgevat. Dat leidde tot een ander avondmaalsgebruik.”
Dat is ook terug te zien in het avondmaalsgerei. Gereformeerden gebruikten aanvankelijk vooral tinnen bekers en borden, lutheranen zilveren kelken en kleine schalen op een hoge voet. Daar lagen de ouwels op. „In de ogen van de gereformeerden deden die vormen echter te veel denken aan de eucharistie in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar voor de lutheranen pasten die goed bij het idee van de ”presentia realis”, de aanwezigheid van Christus in brood en wijn.”
Wat de luthersen wel van de gereformeerden overnamen, was de frequentie van de avondmaalsviering. Terwijl het in lutherse gebieden zoals Duitsland en Scandinavië gewoon was om wekelijks het heilig avondmaal te gebruiken, gebeurde dat in de Nederlanden slechts zo’n vier keer per jaar.
Ds. Van Wijngaarden denkt dat dit komt doordat de lutheranen in de Nederlanden een minderheid vormden. „De lutherse migranten die naar ons land kwamen, werden geconfronteerd met wat hier de gewoonte was. Daar pasten ze zich bij aan.”
De hervormden benadrukten in de negentiende eeuw het protestantse karakter van het vaderland. De lutheranen deden daar volop aan mee, aldus de predikant uit Rotterdam. „Dat zie je terug in de avondmaalsviering. De ouwel verdween en gemeenten schaften bekers aan. Dat was geen theologische maar een strategische keuze: de kelk deed te veel herinneren aan de eucharistie en lutheranen wilden laten zien dat ze ook goede protestanten waren.”
Op al die nieuwe bekers lieten de lutheranen vaak een tekst graveren: „Deze beker is bestemd voor de lutherse gemeente in (…).” Ds. Van Wijngaarden: „Vóór 1830 lieten de lutheranen weten dat ze protestants waren en zeker niet rooms-katholiek. Daarna benadrukten ze dat ze protestants waren, maar niet calvinistisch.”
De lutherse gemeenten oriënteerden zich opnieuw op de avondmaalsleer van Maarten Luther. „Ze gingen het avondmaal vaker vieren dan een paar keer per jaar.”
Heidelbergse Catechismus
De decoraties op het avondmaalsgerei hadden volgens de promovendus tot doel de lutherse identiteit tot uitdrukking te brengen. Daarom staan er vaak symbolen op, zoals de zwaan en de lutherroos. En vooral opschriften, zoals de vermelding dat deze beker toebehoort aan een gemeente die de Augsburgse Confessie is toegedaan. „Dat is typisch luthers. Ik ken geen gereformeerde kerk die op een avondmaalsbeker laat graveren dat ze de Heidelbergse Catechismus hoog in het vaandel heeft staan.”
Waarom de luthersen dat wel deden? „Ik denk niet zozeer om zich te positioneren tegenover de buitenwacht. De luthersen bleven een minderheid. Het ging hen vooral om de vorming van hun eigen identiteit, om het besef in de gemeenten: we maken deel uit van een wereldwijde confessie.”