Kerk & religie

Verboden te lezen

Toen paus Paulus VI vijftig jaar geleden de ”Index van verboden boeken” afschafte, betekende dit niet dat rooms-katholieken opeens alles mochten lezen.

Maarten Stolk

6 July 2016 11:44Gewijzigd op 16 November 2020 04:50
De Lutherbijbel staat sinds vorig jaar op de werelderfgoedlijst van Unesco; voor de Rooms-Katholieke Kerk was het eeuwenlang een verboden boek. beeld Friesch Dagblad
De Lutherbijbel staat sinds vorig jaar op de werelderfgoedlijst van Unesco; voor de Rooms-Katholieke Kerk was het eeuwenlang een verboden boek. beeld Friesch Dagblad

Vijftig jaar geleden was de ”Index librorum prohibitorum”, zoals de pauselijke lijst van verboden boeken in het Latijn heet, niet veel meer dan een papieren tijger. Veel rooms-katholieken haalden hun schouders op over de titels waarvan de kerk vond dat ze beter niet gelezen konden worden. Omdat er ketterijen in stonden, of moreel verwerpelijke dingen.

Toch was het idee om een lijst op te stellen van boeken die je beter niet kunt lezen, helemaal niet zo gek. Sommige middelbare scholen doen hetzelfde voor hun leerlingen; er zijn internetproviders die geen toegang tot bepaalde websites geven. Protestanten kennen ook een traditie van boekcensuur. Zelfs Alexander Comrie moest in de achttiende eeuw vier pagina’s schrappen uit zijn catechismusverklaring, omdat hij te verdraagzaam zou zijn ten opzichte van „afwijkers van de waarheid.”

Inquisitie

Toen boekdrukkers in de zestiende eeuw de markt overspoelden met allerlei mooie en minder stichtelijke geschriften, trok de kerk dan ook aan de bel. In de middeleeuwen kon ze verboden boeken gemakkelijk uit de handel halen, maar dat lag na de boekdrukkunstrevolutie in de zestiende eeuw veel moeilijker. Dus ging Rome over tot het verbieden van bepaalde boeken, vooral om de gewone kerkgangers te beschermen. Geleerden kregen vaak wel toestemming om geschriften die op de zwarte lijst stonden te bestuderen.

De eerste indices met verboden boeken verschenen in de Nederlanden, vanaf 1529. Het Vaticaan vond dat een goed idee en kwam in 1559 met een eigen lijst. Vanaf 1571 beoordeelde de Heilige Congregatie van de Inquisitie (sinds 1966 de Congregatie voor de Geloofsleer geheten) de boeken. Deze indexcongregatie, die zich ook bezighield met het zuiveren van geschriften die niet in hun geheel voor een veroordeling in aanmerking kwamen, publiceerde regelmatig een bijgewerkte lijst.

Wat stond daar zoal op? Veel protestantse geschriften, zoals de Bijbelvertaling van Maarten Luther, die nooit door de kerk was goedgekeurd. Of „alle werken” van Johannes Calvijn.

Ook namen van steden prijkten soms op de index. Zo was het een tijdlang verboden om boeken uit Basel of Tübingen te lezen. Daar kwamen blijkbaar veel gevaarlijke geschriften vandaan.

Hut van oom Tom

Sommige schrijvers zullen het niet leuk hebben gevonden dat hun boek op de index terechtkwam. Dat betekende immers dat het (her)drukken ervan verboden was, op straffe van excommunicatie: de kerk ging –in ieder geval tijdelijk– voor hen op slot. De reformatoren zullen zich er minder aan hebben gestoord. Zij betwistten het gezag van de paus.

Een plekje op de lijst van verboden boeken was niet definitief. Het kwam ook voor dat een theologisch of politiek werk na verloop van tijd uit de index werd geschrapt, omdat het in de ogen van de congregatie niet gevaarlijk (genoeg) meer was. Dat was bijvoorbeeld het geval bij een boek van de middeleeuwse schrijver Dante Alighieri over de monarchie. Het bekende geschrift van Nicolaus Copernicus over de omwentelingen van de hemellichamen, ”De revolutionibus orbium coelestium”, stond van 1616 tot 1835 op de index.

Lang niet alle boeken die de congregatie onderzocht, kwamen op de index terecht. ”De hut van oom Tom” van de Amerikaanse schrijfster Harriet Beecher Stowe, een boek over de slavernij, bleek niet gevaarlijk genoeg. Zelfs in de geschriften van kerkvaders en middeleeuwse theologen werd naar „ongewenste elementen” gezocht. Ambrosius en Thomas van Aquino kwamen uiteindelijk niet op de index te staan. Evenmin als Charles Darwin trouwens, de bedenker van de evolutietheorie.

Morele kracht

De laatst uitgegeven lijst uit 1948 omvatte een paar duizend titels. Het bleek voor de Heilige Congregatie van de Inquisitie steeds moeilijker om de snel groeiende stroom aan literatuur te scannen en te beoordelen. „We kunnen het niet meer bijhouden”, verzuchtte kardinaal Ottaviani in april 1966.

Op dat moment had het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) al bepaald dat boeken beter niet verboden maar „afgekeurd” konden worden. De eeuwenoude ”Index librorum prohibitorum” werd op 14 juni 1966 definitief afgeschaft.

Mogen rooms-katholieken nu rijp en groen lezen? Eigenlijk niet. Want de index is dan wel verleden tijd, hij behoudt volgens de kerk wel zijn „morele kracht.” Christenen dienen zich te onthouden van boeken die een gevaar vormen voor geloof en moraal – een opvatting die door veel protestanten wordt gedeeld.

Onderzoek

Voor historici zijn de indices van verboden boeken interessant materiaal. Die laten namelijk iets zien van de denkwereld van de Rooms-Katholieke Kerk in verschillende perioden van de geschiedenis.

Iemand die al jaren studie doet naar de lijsten, is kerkhistoricus Hubert Wolf uit het Duitse Münster. Zijn onderzoek in de archieven van de indexcongregatie is naar verwachting eind dit jaar afgelopen.

Al het beschikbare materiaal van 1542 tot 1939 is inmiddels ontsloten. Alleen het archief van „oorlogspaus” Pius XII (1876-1956) zit nog op slot.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer