Voordewind reageert op de brief die minister Koenders van Buitenlandse Zaken dinsdag aan de Kamer schreef. De CU-parlementariër had hem gevraagd wat de reactie van het kabinet is op de recente erkenning door de Duitse Bundestag van de Armeense genocide van 1915. Ook wilde hij weten of de Nederlandse regering de volkerenmoord op de Armeniërs nu voortaan ook, net als Duitsland, onbesmuikt ”genocide” gaat noemen.

In zijn brief noemt Koenders „de gebeurtenissen van 1915 en 1916 (…) vreselijk”, maar vermijdt hij –zoals het kabinet steeds heeft gedaan– de term genocide. „Een beschamende vertoning”, vindt Voordewind. „Waar Duitsland moed toont om, ondanks dreigementen uit Ankara, klare taal te spreken, praat Nederland met meel in de mond. Het kabinet laat zich leiden door de intimidatiepolitiek van Erdogan. Wíj zullen dit onderwerp echter niet loslaten en blijven aandringen op expliciete erkenning van deze genocide.”