Binnenland

„Rivaliteit bron van geografische gezegden”

Al bijna de helft van zijn lange leven is de 80-jarige dr. Rien van den Broek uit het Noord-Hollandse Kortenhoef bezig met spreekwoorden en gezegden. Hij kan er geen genoeg van krijgen. „Ik hoop dat ik 100 word, anders red ik het niet met al mijn ideeën en projecten.”

Gijsbert Wolvers
5 July 2016 17:45Gewijzigd op 16 November 2020 04:49
Dr. Rien van den Broek uit Kortenhoef spoort allerlei spreekwoorden en gezegdes op. „Ik vind dit mooi om te doen”  beeld Sjaak Verboom
Dr. Rien van den Broek uit Kortenhoef spoort allerlei spreekwoorden en gezegdes op. „Ik vind dit mooi om te doen”  beeld Sjaak Verboom

In 2013 publiceerde Van den Broek zijn ”Boeren, burgers en buitenlui spreekwoordelijk geportretteerd”. Daarin staan spreekwoorden waarin een geografische naam is gebruikt. Vijf jaar lang ploos de Kortenhoevenaar allerlei dialectenwoordenboeken en streektaaluitgaven door. „Dat was een heidens karwei, monnikenwerk dus.”

Op de kast

De aanleiding voor Van den Broeks wetenschappelijke onderneming vormde zijn werkster. „Zij gebruikte de uitdrukking: „Waar een Huizer heeft gelopen, groeit geen gras meer.” Een prachtig spreekwoord, dat voortkomt uit de afkeer die mensen in het Gooi hadden van inwoners van Huizen. Dat ligt aan de rand van het Gooi en is in religieus opzicht orthodox-protestants, terwijl ze dat in de rest van het Gooi niet zijn.”

Later hoorde Van den Broek nog nog een andere over het vissersdorp: „Twaalf Huizers en een dooie hond, dan heb je dertien krengen.” „Dat vind ik persoonlijk een van de mooiste.”

Een spreekwoord is een vaste uitdrukking die niet kan worden vervoegd en die altijd in de tegenwoordige tijd staat. Een gezegde kan daarentegen van tijd en persoon wisselen, legt de wetenschapper uit. „Zoals ”op de kast jagen”: „Hij heeft haar op de kast gejaagd.””

Van den Broek kwam tot 1200 geografische spreekwoorden uit Nederland en Vlaanderen. „Veruit de belangrijkste bron is wel de onderlinge rivaliteit tussen dorpen en steden. Dat leidt tot het op de hak nemen van vermeende domheid, luiheid, onbetrouwbaarheid, losbandigheid, zuinigheid en arrogantie. Of tot het uiten van de eigen roem.”

Over de puthaak

Al tijdens zijn kind-zijn confronteerde zijn uit Brabant afkomstige moeder de jonge Rien met een spreekwoord. „Zij sprak met verontwaardiging over een vrouw die „over de puthaak was getrouwd”, een uitdrukking voor hokken, ongehuwd samenwonen.”

Als wetenschapper aan de Vrije Universiteit publiceerde Van den Broek, die Duitse letterkunde bestudeerde en doceerde, vaak over spreekwoorden. „In mijn dissertatie, over de Duitse protestantse piëtistische volksliteratuur uit de 16e en de 17e eeuw, heb ik veel spreekwoorden en gezegden aangetroffen. Ook toen probeerden predikanten door spreekwoorden hun boodschap beeldend te brengen.”

Bosjes uit de Bijbel

Daarna zagen spreekwoordenboekjes met de thema’s ”Jacob Cats”, ”alcohol” en ”erotiek” het licht. „Cats haalde veel uitdrukkingen uit de Bijbel. Er komen bosjes uitdrukkingen uit dat Boek. Voor de laatste twee onderwerpen heb ik onder meer met kroegtijgers en bouwvakkers gesproken.”

Na de geografische spreekwoorden is het vuur nog lang niet gedoofd, zegt de ”knollenplukker”, zoals mensen worden genoemd die uit het Utrechtse Soest afkomstig zijn. „Mijn motivatie is dat ik op een wetenschappelijke manier een onderdeel van de volkscultuur vastleg. Daarnaast is het natuurlijk ook gewoon leuk, voor mij en voor de lezers.”

Momenteel is de wetenschapper betrokken bij het „grote project” van het Meertens Instituut om allerlei dialectwoordenboeken op internet te zetten. „Net als bij de geografische spreekwoorden is hierbij merkbaar dat steeds meer mensen tegenover het ”meer Europa” en het verdwijnen van de dialecten steeds vaker hun eigen identiteit benadrukken.”

Antispreekwoorden

Verder is de Kortenhoevenaar bezig met het zoeken van Zuid-Afrikaanse spreekwoorden en van uitbreidingen van spreuken, zoals: „Een vergissing is menselijk, zei de boer toen hij in het donker de meid kuste.”

Ook verzamelt hij antispreekwoorden. Die beweren het tegendeel van de oorspronkelijke leus. „Bijvoorbeeld: wie een kuil graaft voor de ander, is een uitslover. Ik vind dit mooi om te doen en hoop er nog lang bezig mee te zijn.”


zomerserie Plat gezegd

Dit is het eerste deel in een serie over spreekwoorden waarin een plaats op de korrel wordt genomen.

Meer over
Plat gezegd

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer