Overleven in een andere wereld
Titel:
”Arena”
Auteur: Karen Hancock; vert. Marian Muusse
Uitgeverij: Voorhoeve, Kampen, 2003
ISBN 90 297 1741 6
Pagina’s: 448
Prijs: € 18,95. Vier jaar nadat Callie afgestudeerd is, verdient ze nog steeds een minimumloontje met het fokken van ratten voor biologische proeven. Eigenlijk wil ze kunstenares worden, maar dat vinden haar moeder en zus onaanvaardbaar. Haar vriendin Meg sleurt haar mee naar een psychologisch experiment dat grote veranderingen in haar leven belooft. Karen Hancock neemt haar lezers in de roman ”Arena” mee in een wereld die niet bestaat.
Al snel ’ruikt’ Callie nadat ze een handtekening op het deelnameformulier gezet heeft, onraad. Maar er is geen weg terug meer volgens degene die de test afneemt. Omdat ze haar afwijzende houding volhoudt, wordt ze met een rugzak maar zonder verdere uitleg in ”de Arena” geplaatst. Al snel komt de ex-studente erachter dat ze moet vechten voor haar leven.
In de rugzak vindt Callie onder meer het handboek. Daarin staan instructies om uit de Arena te komen. De eerste is dat ze de Weldoenerspoort moet passeren. Op weg daarheen mag ze alleen maar op de witte weg lopen en zich niet laten afleiden. Callie heeft echter hoogtevrees en bij het eerste kruispunt dat ze tegenkomt, kiest ze al een zijpad van de witte weg. Na een dag lopen is er geen sprake van een dichterbij komende poort. Integendeel, Callies leven is in gevaar. Kwellers -lavendelkleurige beesten met tentakels die gif kunnen spuiten- doen een aanval op haar. Pierce -een man die al vijf jaar probeert uit de Arena te komen- redt haar leven.
Hij neemt haar mee naar een groep mensen die al het vertrouwen en geloof in de Weldoener verloren heeft en op eigen kracht uit het gebied probeert te komen. Dat valt echter niet mee. In de Arena zijn veel gevaren: rotshagedissen, kwellers, zandmijten en trogs, mensen die door steeds maar weer in een vuurscherm te springen veranderd zijn in martelende menseneters. Uiteindelijk lukt het Callie toch om door de poort te komen. „Goed, meneer de Weldoener. U zegt dat we u moeten zoeken en u om hulp moeten vragen. Nou, ik denk dat we er nu zijn, dus vraag ik u ons te helpen naar die Poort daarboven te komen.”
Allegorie
Het handboek, de Weldoener, het vuurscherm - de vergelijkingen met de Bijbel, God en de zonden liggen voor de hand. Arena is dan ook volgens de achterflap bedoeld als „meeslepende allegorie over de kracht van de waarheid, de consequenties van keuzevrijheid, en een Schepper Die tegelijk liefdevol en rechtvaardig is.”
Meeslepend is het boek zeker. Karen Hancock weet de personages evenwichtig neer te zetten. Callie maakt een ontwikkeling door. In het begin van het boek is de studente een jonge vrouw die zich door iedereen laat meeslepen en haar leven door anderen laat indelen. Aan het eind van het boek heeft ze de touwtjes zelf in handen. Dat wil echter niet zeggen dat ze geen fouten meer kan maken. Hancock laat in ”Arena” ook duidelijk zien hoe verleidelijk zonden (het vuurscherm) zijn en dat eigen gekozen wegen op niets uitlopen.
Toch laat het boek door al de onrealistische beschrijvingen van een wereld die niet bestaat een vreemde indruk achter. Ook de wijze waarop de schrijfster de verhouding God-mens neerzet, staat tegen. „Toen zag ze de witharige ober weer, degene die koffie voor haar had ingeschonken, degene die zo verbazend veel op Elhanu (de Weldoener, GvD-H.) leek. Hij stond bij de tafel naar hen te kijken en toen haar blik de zijne ontmoette, glimlachte hij en glinsterden zijn donkere ogen.”
Eén ding is zeker aan het eind van het boek. De belofte dat er grote veranderingen in Callies leven zouden komen, is uitgekomen.